Artikel 3.6 [in werking getreden 01.01.2021 op grond van Stcrt. 2020, 37764, gewijzigd bij Stcrt. 2021, 7401 en 32830]
Voor de inwerkingtreding van deze wijzigingsregeling, Stcrt. 2020, 37764, bevatte artikel 3.6 de eisen aan bijna energieneutrale overheidsgebouwen. Deze eisen zijn vanaf de inwerkingtreding van de wijziging van het Bouwbesluit 2012 en van enkele andere besluiten inzake bijna energie-neutrale nieuwbouw op besluitniveau opgenomen (artikel 5.2 van het Bouwbesluit 2012). Met artikel 3.6 zijn voortaan eisen gesteld aan de wijze van berekening van de waarden voor energiebehoefte en primair fossiel energiegebruik en het aandeel hernieuwbare energie.
Op grond van het eerste lid van artikel 3.6 moeten deze waarden worden berekend door een op basis van BRL 9500-W of BRL 9500-U, in beide gevallen, subdeelgebied detailopname, gecertificeerd bedrijf. Bij woningbouw wordt dus gebruik gemaakt van BRL 9500-W. In alle andere gevallen geldt BRL 9500-U. Uit de beide BRLen volgt dat daarbij gebruik moet worden gemaakt van vakbekwame en onafhankelijke adviseurs met een bewijs van vakbekwaamheid als bedoeld in paragraaf 4.1 van BRL 9500-W of BRL 9500-U. Het bedrijf dat de berekening uitvoert moet daarbij gebruikmaken van op basis van BRL 9501 geattesteerde software. Uit de waarden die uit de hier bedoelde berekening volgen kan worden afgeleid of de onderhavige bouwactiviteit wel voldoet aan de eisen van artikel 5.2 van het Bouwbesluit 2012. Als dat niet het geval mocht zijn, dan zal het ontwerp zo moeten worden aangepast dat de vergunning voor het bouwen alsnog kan worden verleend.
Aan het eerste lid is bij Stcrt. 2021, 7401 een kleine toevoeging aangebracht. De berekening moet niet alleen worden gemaakt, maar ook geregistreerd.
Het tweede lid bevat een overgangsbepaling. Tot 1 januari 2022 wordt met een gecertificeerd bedrijf gelijkgesteld een bedrijf dat certificering heeft aangevraagd en dat voor de berekening gebruikmaakt van vakbekwame en onafhankelijke adviseurs met een bewijs van vakbekwaamheid als bedoeld in paragraaf 4.1 van BRL 9500-W of BRL 9500-U. Zowel bedrijven die al eerder gecertificeerd waren onder de vorige versie van de BRL als nieuwe toetreders op de markt mogen gebruikmaken van deze overgangsregeling. Voorwaarde is alleen dat de certificering is aangevraagd of dat het bestaande (oude) certificaat in overeenstemming met de afspraken met de certificatie-instelling zullen worden omgezet naar een nieuw certificaat, dat er al wordt gewerkt conform de BRL 9500-W of BRL 9500-U én daarbij gebruik wordt gemaakt van adviseurs die aan de gestelde eisen voldoen.
Bij Stcrt. 2021, 7104 is in artikel 3.6, derde lid, een overgangsregeling in de Regeling Bouwbesluit 2012 opgenomen voor personen die BENG-berekeningen willen maken en registeren maar nog niet het bewijs van vakbekwaamheid hebben behaald. Op grond van artikel 3.6, eerste lid, van de Regeling Bouwbesluit 2012 moeten BENG-berekeningen worden uitgevoerd door een op basis van BRL 9500-W van 15 april 2020, inclusief wijzigingsblad van 15 december 2020 en in BRL 9500-U van 15 april 2020, inclusief wijzigingsblad van 15 december 2020, in beide gevallen subdeelgebied detailopname, gecertificeerd bedrijf, of een bedrijf dat certificering heeft aangevraagd (zie artikel 3.6, tweede lid, van de regeling). In afwijking van het eerste lid mogen BENG-berekeningen tot 1 juli 2021 worden uitgevoerd en geregistreerd door personen die werkzaam zijn voor een certificaathouder en aantoonbaar in staat zijn volgens de voorschriften BRL 9500-W en BRL 9500-U een opname te maken van de bouwkundige schil en installaties van het gebouw. Adviseurs zijn hiertoe aantoonbaar in staat wanneer zij alle examenmodules hebben behaald die voor het opnemen van de energieprestatie voor het van toepassing zijnde deelgebied en detailniveau vereist zijn. De softwaremodules (W4d, U4d) zijn niet vereist1. Met de wijziging in Stcrt. 2021, 32830 wordt de bestaande overgangsregeling voor de vakbekwaamheid van energieadviseurs verlengd tot 1 november 2021.
Evenals bij de uitbreiding van de overgangsregeling in de Regeling energieprestatie gebouwen (artikel I van Stcrt. 2021, 7104) wordt ook bij de overgangsregeling in deze regeling in artikel 3.6, vierde lid, voorgeschreven dat de certificaathouder aanvullend in ieder geval de eerste twee registraties van BENG-berekeningen controleert middels een beoordeling van het dossier als bedoeld in paragraaf 6.1 van BRL 9500-W van 15 april 2020, inclusief wijzigingsblad van 15 december 2020 en in BRL 9500-U van 15 april 2020, inclusief wijzigingsblad van 15 december 2020. Op deze manier wordt de kwaliteit van de berekeningen door iedere certificaathouder op dezelfde wijze geborgd. Zie voor een verdere toelichting hierop de artikelsgewijze toelichting bij de voornoemde wijziging van de Regeling energieprestatie gebouwen.
1 Een overzicht van de benodigde examenmodules is door ISSO gepubliceerd op https://isso.nl/kennis/ep.