§ 2.16.1. Nieuwbouw
Artikel 2.134
1.
Een te bouwen bouwwerk is zodanig dat bij brand rook zich niet binnen korte tijd kan verspreiden naar een ander deel van het bouwwerk zodat op veilige wijze het aansluitende terrein kan worden bereikt.
2.
Voorzover voor een gebruiksfunctie in tabel 2.134 voorschriften zijn aangewezen, wordt voor die gebruiksfunctie aan de in het eerste lid gestelde eis voldaan door toepassing van die voorschriften.
Artikel 2.135
1.
Een brandcompartiment is ingedeeld in een of meer rookcompartimenten.
2.
Tussen een toegang van een verblijfsgebied en een toegang van een besloten vluchttrappenhuis van een gebouw waarin een vloer van een verblijfsgebied hoger ligt dan 50 m boven het meetniveau, ligt een verkeersruimte met een lengte van ten minste 2 m. Indien de verkeersruimte een besloten ruimte is, is deze een rookcompartiment.
Artikel 2.136
1.
Een subbrandcompartiment is een rookcompartiment.
2.
De loopafstand tussen een punt in een verblijfsgebied en een toegang van het rookcompartiment waarin het verblijfsgebied ligt, is niet groter dan de in tabel 2.134 aangegeven grenswaarde. Bij het bepalen van de loopafstand wordt een constructie-onderdeel, niet zijnde een bouwconstructie, dat in het verblijfsgebied ligt, buiten beschouwing gelaten en wordt de loopafstand die in het verblijfsgebied ligt, met 1,5 vermenigvuldigd.
3.
De loopafstand tussen een punt in een verblijfsruimte en een toegang van het rookcompartiment waarin de verblijfsruimte ligt, is niet groter dan de in tabel 2.134 aangegeven grenswaarde.
4.
Het hoogteverschil tussen de vloer van een verblijfsgebied en een vloer ter plaatse van een toegang waarop het verblijfsgebied is aangewezen, van het rookcompartiment waarin het verblijfsgebied ligt, is niet groter dan 4 m.
5.
In afwijking van het tweede lid, is de loopafstand tussen een punt in een niet-gemeenschappelijk verblijfsgebied en een toegang van het rookcompartiment waarin het verblijfsgebied ligt, niet groter dan 22,5 m.
6.
Een hoogteverschil tussen vloeren van verblijfsgebieden die in hetzelfde rookcompartiment liggen, is niet groter dan 12 m.
7.
Het vierde lid geldt niet, indien de bouwlagen met elkaar in open verbinding staan, tenzij de op vloerniveau gemeten open verbinding kleiner of gelijk is aan 25% van de kleinste vloeroppervlakte van de bouwlagen die binnen de omhullende scheidingsconstructies van het rookcompartiment liggen.
Artikel 2.137
De volgens NEN 6075 bepaalde weerstand tegen rookdoorgang van een rookcompartiment naar een besloten ruimte in het brandcompartiment is niet lager dan 30 minuten.
Artikel 2.138
In een inwendige scheidingsconstructie van een rookcompartiment waarvoor een weerstand tegen rookdoorgang geldt, bevindt zich geen beweegbaar constructie-onderdeel anders dan een zelfsluitend constructie-onderdeel.
Artikel 2.139
Op het bouwen van een niet-permanent bouwwerk zijn de artikelen 2.135 tot en met 2.138 van toepassing.