Artikel 2.171
1.
Een deur tussen een besloten ruimte waardoor een rookvrije vluchtroute voert, en een vluchttrappenhuis draait bij het openen niet tegen de vluchtrichting in.
2.
Een deur die in de rookvrije vluchtroute ligt, draait bij het openen niet tegen de vluchtrichting in, indien de totale op die deur aangewezen gebruiksoppervlakte aan rookcompartiment, groter is dan de in tabel 2.166 aangegeven grenswaarde. Een nooddeur kan geen schuifdeur zijn.
3.
Indien een deur van een toegang van een rookcompartiment niet tegen de vluchtrichting indraait, als bedoeld in artikel 2.148, vierde lid, draait geen enkele deur die in een rookvrije vluchtroute van dat rookcompartiment ligt, bij het openen tegen de vluchtrichting in. Een nooddeur kan geen schuifdeur zijn.