Artikel 2.41
gebruiksfunctie
|
leden van toepassing
|
|||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
artikel
|
||||||||||
lid
|
||||||||||
1
|
Woonfunctie
|
|||||||||
a
|
woonfunctie
van een woonwagen
|
–
|
–
|
–
|
–
|
–
|
–
|
–
|
–
|
|
b
|
andere
woonfunctie
|
–
|
–
|
|||||||
2
|
Bijeenkomstfunctie
|
|||||||||
a
|
bijeenkomstfunctie
voor kinderopvang voor kinderen jonger dan 4 jaar
|
–
|
–
|
|||||||
b
|
andere
bijeenkomstfunctie
|
–
|
–
|
|||||||
3
|
Celfunctie
|
–
|
–
|
|||||||
4
|
Gezondheidszorgfunctie
|
–
|
–
|
|||||||
5
|
Industriefunctie
|
|||||||||
a
|
lichte
industriefunctie
|
–
|
–
|
–
|
–
|
–
|
–
|
–
|
–
|
|
b
|
andere
industriefunctie
|
–
|
–
|
|||||||
6
|
Kantoorfunctie
|
–
|
–
|
|||||||
7
|
Logiesfunctie
|
–
|
–
|
|||||||
8
|
Onderwijsfunctie
|
–
|
–
|
|||||||
9
|
Sportfunctie
|
–
|
–
|
|||||||
10
|
Winkelfunctie
|
–
|
–
|
|||||||
11
|
Overige
gebruiksfunctie
|
|||||||||
a
|
overige
gebruiksfunctie voor het personenvervoer, met een gebruiksoppervlakte
van meer dan 50 m2
|
–
|
–
|
|||||||
b
|
overige
gebruiksfunctie voor het stallen van motorvoertuigen
|
–
|
–
|
|||||||
c
|
andere
overige gebruiksfunctie
|
–
|
–
|
–
|
–
|
–
|
||||
12
|
Bouwwerk
geen gebouw zijnde
|
–
|
–
|
–
|
–
|
–
|
1.
Een hellingbaan als bedoeld in artikel 2.24, heeft aan beide zijkanten een aaneengesloten niet beweegbare afscheiding met een hoogte van ten minste 0,04 m boven de hellingbaan.
2.
Voorzover een zijkant van een hellingbaan als bedoeld in artikel 2.24, meer dan 1 m boven een direct naast de hellingbaan gelegen vloer ligt, is, in afwijking van het eerste lid, de boven de hellingbaan gemeten hoogte van de afscheiding ten minste 0,85 m.
3.
Een afscheiding als bedoeld in het tweede lid, heeft geen openingen met een grotere breedte dan 0,5 m.
4.
Tussen een afscheiding als bedoeld in het tweede lid, en de hellingbaan is de horizontaal gemeten afstand niet groter dan 0,05 m.
5.
Een afscheiding als bedoeld in het tweede lid, heeft tot een hoogte van 0,7 m boven de hellingbaan geen openingen met een breedte groter dan 0,1 m.
6.
Een afscheiding als bedoeld in het tweede lid, heeft, ter voorkoming van het overklauteren, geen opstapmogelijkheden tussen 0,2 m en 0,7 m boven de hellingbaan.
7.
In een gedeelte voor bezoekers, heeft een afscheiding als bedoeld in het tweede lid tot een hoogte van 0,7 m boven de hellingbaan geen openingen met een breedte groter dan 0,1 m.
8.
In een gedeelte voor bezoekers, heeft een afscheiding als bedoeld in het tweede lid, ter voorkoming van het overklauteren, geen opstapmogelijkheden tussen 0,2 m en 0,7 m boven de hellingbaan.