Artikel 2.70
gebruiksfunctie
|
leden van toepassing
|
||||
---|---|---|---|---|---|
artikel
|
|||||
lid
|
|||||
1
|
Woonfunctie
|
||||
a
|
woonfunctie gelegen in een woongebouw
|
–
|
|||
b
|
woonfunctie van een woonwagen
|
–
|
|||
c
|
andere woonfunctie
|
–
|
|||
2
|
Bijeenkomstfunctie
|
–
|
|||
3
|
Celfunctie
|
–
|
|||
4
|
Gezondheidszorgfunctie
|
–
|
|||
5
|
Industriefunctie
|
–
|
|||
6
|
Kantoorfunctie
|
–
|
|||
7
|
Logiesfunctie
|
–
|
|||
8
|
Onderwijsfunctie
|
–
|
|||
9
|
Sportfunctie
|
–
|
|||
10
|
Winkelfunctie
|
–
|
|||
11
|
Overige gebruiksfunctie
|
–
|
|||
12
|
Bouwwerk geen gebouw zijnde
|
–
|
–
|
–
|
1.
Een voorziening voor gas heeft in een meterruimte als bedoeld in artikel 4.66, een aansluitmogelijkheid voor aansluiting op het distributienet van gas.
2.
Een voorziening voor gas als bedoeld in artikel 2.69, heeft een aansluitpunt bij:
-
a.
een opstelplaats voor een kooktoestel als bedoeld in artikel 4.81,
-
b.
een opstelplaats voor een stooktoestel als bedoeld in artikel 4.87, en
-
c.
een opstelplaats voor een warmwatertoestel als bedoeld in artikel 4.95.
3.
Een voorziening voor gas heeft een aansluitpunt bij elke opstelplaats voor een op gas gestookt verbrandingstoestel.