Artikel 3.75
1.
Een besloten ruimte waarin zich centrale meetapparatuur voor gas bevindt, heeft een voorziening voor luchtverversing, bestaande uit een component voor toevoer van verse lucht en een component voor afvoer van binnenlucht.
2.
Een liftschacht heeft een voorziening voor luchtverversing, bestaande uit een component voor toevoer van verse lucht en een component voor afvoer van binnenlucht.
3.
Een ruimte voor opslag van afval met een netto-inhoud van meer dan 3 m³, niet zijnde een verblijfsgebied of een verblijfsruimte, heeft een voorziening voor luchtverversing, bestaande uit een component voor toevoer van verse lucht en een component voor afvoer van binnenlucht.
4.
Een tunnel of een tunnelvormig bouwwerk voor verkeer heeft, afhankelijk van zijn bestemming en grootte, een voorziening voor luchtverversing.