Artikel 3.81
1.
Een voorziening voor de toevoer van verbrandingslucht voor een opstelplaats voor verbrandingstoestellen met een totale nominale belasting van meer dan 130 kW heeft een zodanige capaciteit, dat de verbranding in de toestellen doeltreffend plaats kan vinden. Een voorziening voor de toevoer van verbrandingslucht voor een opstelplaats voor verbrandingstoestellen met een totale nominale belasting van niet meer dan 130 kW heeft een volgens NEN 1087 bepaalde capaciteit die niet kleiner is dan de totale volgens tabel 3.81.1 benodigde capaciteit.
2.
Onverminderd het eerste lid, heeft een voorziening voor de toevoer van verbrandingslucht voor een opstelplaats voor verbrandingstoestellen met een totale nominale belasting van niet meer dan 130 kW een volgens NEN 1087 bepaalde capaciteit die niet kleiner is dan de volgens tabel 3.81.1 benodigde capaciteit voor:
-
a.
een verbrandingstoestel met een nominale belasting van ten minste 30 W per m² van de op het toestel aangewezen gebruiksoppervlakte van een gebruiksfunctie, met een minimum van 6 kW, indien de opstelplaats bestemd is voor een met gas gestookt stooktoestel als bedoeld in artikel 4.87,
-
b.
een verbrandingstoestel met een nominale belasting van ten minste 20 W per m² van de op het toestel aangewezen gebruiksoppervlakte van een gebruiksfunctie, met een minimum van 6 kW, indien de opstelplaats bestemd is voor een met gas gestookt warmwatertoestel als bedoeld in artikel 4.95,
-
c.
een verbrandingstoestel met een nominale belasting van ten minste 30 W per m² van de op het toestel aangewezen gebruiksoppervlakte van een gebruiksfunctie, met een minimum van 6 kW, indien de opstelplaats bestemd is voor een met gas gestookt stooktoestel dat is samengevoegd met een warmwatertoestel als bedoeld in artikel 4.96, en
-
d.
een verbrandingstoestel met open vuur met een nominale belasting van ten minste 15 kW, indien de opstelplaats bestemd is voor een met vaste brandstof gestookte open haard met open vuur.
verbrandingstoestel |
benodigde capaciteit van de toevoer van verbrandingslucht per kW nominale belasting |
|
brandstof |
[m³/s] |
|
gesloten vuur met trekonderbreker |
aardgas/butaan/propaan |
0,78 . 10-3 |
open vuur (blokkenvuurtoestel type II) |
aardgas |
3,35 . 10-3 |
gesloten vuur, met ventilator, zonder trekonderbreker |
aardgas/butaan/propaan |
0,38 . 10-3 |
gesloten vuur |
olie |
0,32 . 10-3 |
gesloten vuur |
kolen |
0,52 . 10-3 |
open vuur, vaste brandstof (open haard). |
vaste brandstof |
2,8 . 10-3 |
3.
Een toevoervoorziening voor verbrandingslucht van een CLV-systeem heeft een doorlaat met een oppervlakte, zoals voor de uitvoering van dat systeem is aangegeven in tabel 3.81.2.
uitvoering CLV-systeem |
Benodigde oppervlakte van de doorlaat in cm² |
Concentrisch |
2,5 tot en met 3,5 maal de oppervlakte van de doorlaat van de rookafvoervoorziening |
Parallel |
2 tot en met 3 keer de oppervlakte van de doorlaat van de rookafvoervoorziening |