Artikel 3.27
1.
Een uitwendige scheidingsconstructie heeft aan de zijde die grenst aan een verblijfsgebied, een volgens NEN 2778 bepaalde factor van de temperatuur van de binnenoppervlakte, die niet kleiner is dan de in tabel 3.26 aangegeven grenswaarde.
2.
Een constructie die de scheiding vormt tussen een verblijfsgebied en een kruipruimte, met inbegrip van de hierop aansluitende delen van andere constructies, voorzover die delen van invloed zijn op de factor van de temperatuur van de binnenoppervlakte, heeft aan de zijde die grenst aan een verblijfsgebied een volgens NEN 2778 bepaalde factor van de temperatuur van de binnenoppervlakte, die niet kleiner is dan de in tabel 3.26 aangegeven grenswaarde.
3.
Een inwendige scheidingsconstructie die de scheiding vormt tussen een verblijfsgebied en een ruimte die niet wordt verwarmd of die uitsluitend wordt verwarmd voor een ander doel dan het verblijven van mensen, heeft aan een zijde die grenst aan een verblijfsgebied een volgens NEN 2778 bepaalde factor van de temperatuur van de binnenoppervlakte, die niet kleiner is dan de in tabel 3.26 aangegeven grenswaarde.
4.
Het eerste tot en met derde lid gelden niet voor ramen, deuren, kozijnen en daarmee gelijk te stellen constructie-onderdelen.
5.
Het eerste tot en met derde lid gelden niet, indien het verblijfsgebied uitsluitend wordt verwarmd voor een ander doel dan het verblijven van mensen.