Hoofdstuk 5B. Kwaliteitsborging voor het bouwen
Artikel 5.14Opleiding, kennis en ervaring kwaliteitsborger
Lid 1.
De in een instrument voor kwaliteitsborging beschreven eisen over de opleiding en ervaring, bedoeld in artikel 1.47 van het besluit, omvatten voor de kwaliteitsborging van bouwwerken onder gevolgklasse 1 ten minste:
a. | voor werkzaamheden in het kader van risicobeoordelingen, het vaststellen van borgings-plannen en de algemene coördinatie bij kwaliteitsborging:
| ||||||
b. | voor werkzaamheden in het kader van constructieve veiligheid:
| ||||||
c. | voor werkzaamheden in het kader van brandveiligheid:
| ||||||
d. | voor werkzaamheden in het kader van bouwfysica:
| ||||||
e. | voor werkzaamheden in het kader van installaties:
| ||||||
f. | voor werkzaamheden in het kader van controle op de bouw:
|
Lid 2.
Aan de in het eerste lid beschreven eisen is ook voldaan als door ervaring een aantoonbaar gelijkwaardig kennisniveau is verkregen.
Lid 3.
Het instrument voor kwaliteitsborging schrijft voor dat uitvoerenden van werkzaamheden in het kader van kwaliteitsborging:
1°. | beschikken over actuele kennis van het besluit; en |
2°. | zich ten minste iedere twee jaar bijscholen op de deelgebieden, bedoeld in het eerste lid |
Artikel 5.15Administratieve organisatie kwaliteitsborger
Het instrument voor kwaliteitsborging schrijft voor dat alle gegevens en bescheiden over de werkzaamheden van de kwaliteitsborging van een project ten minste zeven jaar na het afgeven van een verklaring als bedoeld in artikel 1.50, tweede lid, van het besluit door de kwaliteitsborger worden bewaard.
Artikel 5.16Informatieverstrekking kwaliteitsborger aan instrumentaanbieder
Lid 1.
Het instrument voor kwaliteitsborging beschrijft dat de projectgegevens die de kwaliteitsborger aan een instrumentaanbieder verstrekt, ten minste omvatten:
a. | de projectnaam en de locatie; |
b. | de gevolgklasse en het type bouwwerk; |
c. | een beknopte beschrijving van het bouwwerk |
d. | de lokale of kadastrale aanduiding van het bouwwerk; |
e. | de projectplanning met ten minste de begindatum en de einddatum van de bouwwerk-zaamheden; en |
f. | een beschrijving van de onafhankelijke positie van de kwaliteitsborger ten opzichte van de te borgen bouwactiviteit. |
Lid 2.
Het instrument voor kwaliteitsborging beschrijft dat de in het eerste lid, genoemde gegevens en bescheiden uiterlijk twee dagen voor het begin van de bouwwerkzaamheden worden verstrekt.
Lid 3.
Het instrument voor kwaliteitsborging schrijft voor dat na afronding van elk project ten minste wordt verstrekt:
a. | het geactualiseerde borgingsplan, met inbegrip van de risicobeoordeling; en |
b. | de verklaring, bedoeld in artikel 1.50, tweede lid, van het besluit. |
Artikel 5.17Formulier verklaring kwaliteitsborger
Het formulier voor de verklaring, bedoeld in artikel 1.50, vierde lid, van het besluit, is opgenomen in bijlage IX.
Artikel 5.18Formulier aanvraag toelating instrument
De gegevens en bescheiden, bedoeld in artikel 1.52, eerste lid, van het besluit, zijn opgenomen in bijlage X.
Artikel 5.19Verdeelsleutel en doorberekenen toezichtkosten
Lid 1.
De bijdrage per instrumentaanbieder voor de toezichtkosten van de toelatingsorganisatie wordt berekend als volgt:
a. | per instrument wordt een variabele bijdrage in rekening gebracht, gebaseerd op het aantal keren dat het instrument per gevolgklasse wordt toegepast, waarbij onderscheid wordt gemaakt in een bedrag per woning en een bedrag per overig bouwwerk; en |
b. | als peildatum voor het aantal projecten geldt de begindatum van de bouwwerkzaamheden, zoals door de instrumentaanbieder gemeld aan de toelatingsorganisatie. |
Lid 2.
De variabele marktbijdrage, bedoeld in het eerste lid, onder a, wordt per instrumentaanbieder vastgesteld door middel van de volgende formule, waarbij wordt verstaan onder:
marktbijdrage toezichtskosten per instrument
gk: | gevolgklasse; |
B: | totale toezichtkosten toelatingsorganisatie; |
W: | totaal aantal woningen per gevolgklasse, zoals door de instrumentaanbieder gemeld aan de toelatingsorganisatie; en |
P: | totaal aantal utiliteitsbouw plus infrastructuurprojecten per gevolgklasse, zoals door de instrumentaanbieder gemeld aan de toelatingsorganisatie. |