Hoofdstuk 3a Verwarmingssystemen en airconditioningsystemen
Artikel 3a.1Keuring verwarmingssysteem
Lid 1.
De keuring van een ruimteverwarmingssysteem of gecombineerd ruimteverwarmings- en ventilatiesysteem met een nominaal vermogen van meer dan 70 kW wordt verricht door een bedrijf met een geldig certificaat dat is afgegeven door een instantie die door een accreditatie-instantie is geaccrediteerd om uitvoering te kunnen geven aan de Deelregeling voor stookinstallaties, die deel uitmaakt van de Certificatieregeling voor het kwaliteitsmanagementsysteem ten behoeve van het uitvoeren van onderhoud en inspectie aan technische installaties, van de stichting SCIOS.
Lid 2.
Het bedrijf en de opdrachtgever bewaren het keuringsverslag ten minste zes jaar.
Artikel 3a.2Keuring airconditioningsysteem
Lid 1.
De keuring van een airconditioningsysteem of gecombineerd airconditioning- en ventilatiesys-teem met een nominaal vermogen van meer dan 70 kW, wordt op basis van het gestelde in bijlage IV bij deze regeling, uitgevoerd door deskundigen met een diploma EPBD A-airconditioningsystemen en een diploma EPBD-B airconditioningsystemen’.
Lid 2.
Het opstellen van het keuringsverslag van een in het eerste lid bedoelde keuring wordt verricht door een deskundige met het diploma EPBD B-airconditioningsystemen.
Lid 3.
De deskundige registreert de datum van de keuring van het systeem in het bij het systeem behorende logboek.
Lid 4.
De deskundige stelt het keuringsverslag binnen vier weken na de keuring ter hand van de opdrachtgever.
Lid 5.
De deskundige en de opdrachtgever bewaren het keuringsverslag ten minste vijf jaar.
Artikel 3a.3Keuring gecombineerde verwarmings- en airconditioningsystemen
Lid 1.
Een technisch bouwsysteem dat zowel ruimteverwarming als ruimtekoeling verzorgt en waarbij de warmtegenerator nuttige warmte genereert via het opvangen van warmte uit de lucht, ventilatie van afvoerlucht of een water- of aardwarmtebron met een warmtepomp wordt alleen gekeurd volgens artikel 3a.2.
Lid 2.
Een technisch bouwsysteem met een ventiliatiesysteem gecombineerd met zowel een verwarmingssysteem als een airconditioningsysteem wordt alleen gekeurd volgens artikel 3a.2.
Lid 3.
Een ventilatiesysteem als bedoeld in het eerste of tweede lid wordt alleen gekeurd als dit het primaire afgiftesysteem is voor ruimteverwarming of ruimtekoeling.
Artikel 3a.4Exameninstellingen
Lid 1.
De minister wijst de instellingen aan die zijn belast met:
a. | het afnemen van het examen; |
b. | het afnemen van het herexamen; |
c. | het afnemen van het bijscholingsexamen. |
Lid 2.
Een exameninstelling:
a. | bezit rechtspersoonlijkheid; |
b. | heeft een vestiging in Nederland; |
c. | beschikt over voldoende deskundigheid om examens op te stellen en af te nemen; |
d. | beschikt over een kwaliteitssysteem dat op schrift is gesteld; |
e. | beschikt over faciliteiten om examens af te nemen. |
Lid 3.
De minister kan een adviescommissie instellen die de minister adviseert over de beoordeling van de deskundigheid, bedoeld in het tweede lid.
Lid 4.
De adviescommissie, bedoeld in het derde lid, bestaat uit minimaal drie en maximaal zeven leden.
Lid 5.
De minister kan aan de aanwijzing van een exameninstelling voorschriften verbinden.
Lid 6.
De minister kan de aanwijzing intrekken indien een exameninstelling niet voldoet aan de in het tweede lid bedoelde voorwaarden of de aan de aanwijzing verbonden voorschriften niet naleeft.
Lid 7.
Een exameninstelling stelt een examenreglement en een huishoudelijk reglement vast.
Lid 8.
Een exameninstelling verstrekt desgevraagd aan de minister alle inlichtingen die hij voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft. De minister kan inzage vorderen van alle zakelijke gegevens en bescheiden, die hij voor de vervulling van zijn taak nodig heeft.
Lid 9.
Indien een exameninstelling niet voldoet aan een of meer van haar verplichtingen bericht zij dit onverwijld schriftelijk aan de minister.
Artikel 3a.5Examens
Lid 1.
De minister stelt de inhoud van het examen vast op basis van een voorstel van een examenin-stelling.
Lid 2.
Het examen bestaat uit theorietoetsen en praktijktoetsen.
Lid 3.
Wanneer een deelnemer bij een of meer onderdelen van het examen in onvoldoende mate voldoet aan de in bijlage V bij deze regeling opgenomen eisen, wordt de deelnemer binnen zes maanden na het examen eenmaal in de gelegenheid gesteld een geheel of gedeeltelijk herexamen te doen.
Lid 4.
De exameninstelling registreert de uitslagen van de afgelegde examens.
Lid 5.
De exameninstelling neemt maatregelen om fraude bij het examen te voorkomen.
Artikel 3a.6Diploma’s
Lid 1.
De exameninstelling bericht de minister binnen drie weken na het examen welke deelnemers voldoen aan de in artikel 3a.5, derde lid, bedoelde eisen.
Lid 2.
De minister geeft deze deelnemers daarna het diploma EPBD A-airconditioningsystemen of het diploma EBPD B-airconditioningsystemen.
Lid 3.
Een diploma is vijf jaar geldig vanaf de datum van het examen.
Lid 4.
Een diploma vermeldt ten minste:
- de volledige naam, geboortedatum en geboorteplaats van de houder van het diploma;
- de datum van afgifte en de ondertekening door de minister;
- de geldigheidsduur.
Artikel 3a.7Registratie diploma’s
Lid 1.
De minister registreert:
a. | aan welke personen een diploma EPBD A-airconditioningsystemen of diploma EBPD B-airconditioningsystemen is afgegeven; |
b. | de datum van afgifte van het diploma, bedoeld in onderdeel a; |
c. | de geldigheidsduur van het diploma. |
Lid 2.
De minister beheert de registratie en is verwerkingsverantwoordelijke.
Lid 3.
De gegevens uit de registratie worden door de Minister beschikbaar gesteld op www.rvo.nl.
Lid 4.
De gegevens in de registratie worden zeven jaar bewaard.
Artikel 3a.8Bijscholing deskundigen
Lid 1.
De minister verlengt de geldigheidsduur van een diploma met vijf jaar wanneer een deskundige als bedoeld in artikel 3a.2, lid 2 op grond van een bijscholingsexamen voldoet aan de in bijlage V bij deze regeling opgenomen eisen.
Lid 2.
Op de in het eerste lid bedoelde verlenging zijn de artikelen 3a.5 tot en met 3a.7 van overeen-komstige toepassing.
Lid 3.
Een deskundige kan een bijscholingsexamen afleggen tot uiterlijk twee jaar nadat de geldig-heidsduur van het diploma is verstreken.
Artikel 3a.9Afmelding verwarmingssystemen en airconditioningsystemen
Het bedrijf respectievelijk de deskundige, bedoeld in de artikelen 3a.1 en3a.2 meldt binnen vier weken nadat de in deze artikelen bedoelde keuring is verricht, deze af bij een door de minister aangewezen instantie.