Hoofdstuk 3. Gezondheid, energiezuinigheid en milieu
Artikel 3.1
Waar in artikel 5.9 van het besluit wordt verwezen naar de Bepalingsmethode Milieuprestatie Gebouwen en GWW-werken is bedoeld de Bepalingsmethode Milieuprestatie Gebouwen en GWW-werken versie 1.0 (1 juli 2020) met inbegrip van het wijzigings-blad van 1 oktober 2020, het wijzigingsblad van 1 februari 2021 en het wijzigingsblad van 1 oktober 2021.
Artikel 3.2
Van een ingrijpende renovatie als bedoeld in de artikelen 5.6, vierde en vijfde lid, en 5.16, eerste lid, van het besluit is sprake wanneer meer dan 25% van de oppervlakte van de gebouwschil, bepaald volgens ISSO 75.1, uitgave juli 2014, wordt vernieuwd, veranderd of vergroot en deze vernieuwing, verandering of vergroting de integrale gebouwschil betreft.
Artikel 3.2a
Ter beoordeling van de mogelijkheid tot uitzondering, bedoeld in artikel 5.6, zesde lid, van het besluit, kan gebruikgemaakt worden van de Leidraad eis hernieuwbare energie bij ingrijpende renovatie van 2 december 2021 zoals gepubliceerd op https://www.rijksoverheid.nl/documenten/ richtlijnen/2021/12/02/leidraad-eis-hernieuwbare-energie-bij-ingrijpende-renovatie.
Artikel 3.2 a
De technische, functionele en economische haalbaarheid van het gebruik van een energie-infrastructuur op gebiedsniveau, als bedoeld in artikel 5.2, vierde lid, van het besluit, wordt bij de bepaling van de energieprestatiecoëfficiënt vastgelegd in de als bijlage IV bij deze regeling gevoegde checklist.
Artikel 3.3
De in de artikelen 6.55 en 6.55a van het besluit bedoelde waarde voor de energieprestatie van een technisch bouwsysteem wordt bepaald op basis van de als bijlage III bij deze regeling opgenomen rekenmethodiek.
Artikel 3.3a
Een adequaat gedimensioneerd, geïnstalleerd, ingeregeld en instelbaar technisch bouwsysteem, als bedoeld in de artikelen 6.55, tweede lid, en 6.55a, tweede lid, van het besluit, voldoet aan het volgende:
a. | ruimteverwarming:
| ||||||||||
b. | ruimtekoeling:
| ||||||||||
c. | ventilatie:
| ||||||||||
d. | warm tapwater:
| ||||||||||
e. | ingebouwde verlichting:
| ||||||||||
f. | gebouwautomatisering- en controlesystemen:het systeem is voor oplevering getest en ingesteld op energetisch optimale prestatie onder typische gebruiksomstandigheden. |
Artikel 3.3b
De in artikel 6.55b van het besluit bedoelde documentatie bevat ten minste de volgende gegevens:
- naam, adres, en woonplaats opdrachtgever;
- adres en plaats gebouw waar het technisch bouwsysteem zich in, op, aan of bij bevindt;
- soort gebouw waar het technisch bouwsysteem zich in, op, aan of bij bevindt: woning of overig;
- naam en registratienummer installateur of naam, adres en woonplaats van de opsteller van het document;
- soort technisch bouwsysteem;
- type en serienummer van (componenten) van het technische bouwsysteem of bij het ontbreken van dergelijke gegevens, een nauwkeurige omschrijving van de locatie waar het technisch bouwsysteem zich in het gebouw bevindt;
- beschrijving van verrichte werkzaamheden aan technisch bouwsysteem;
- berekende waarde voor de energieprestatie;
- datum werkzaamheden;
- ondertekening door de installateur.
Artikel 3.4
De gemiddelde warmtedoorgangscoëfficiënt als bedoeld in artikel 5.3, zesde lid, van het besluit wordt berekend door:
waarin:
x | = het aantal ramen, deuren en kozijnen van een bouwwerk |
Un | = de warmtedoorgangscoëfficiënt van een raam, deur of kozijn bepaald volgens NEN 1068 |
An | = het geprojecteerde oppervlak van een raam, deur of kozijn bepaald volgens NEN 1068 |
At | = het totale geprojecteerde oppervlak van alle ramen, deuren en kozijnen van een bouwwerk |
Artikel 3.5
Een kooldioxidemeter als bedoeld in artikel 7.23 van het besluit voldoet aan het volgende:
a. | functioneert continu op de gangbare elektrische netspanning en een tijdelijke onderbreking van de elektrische aansluiting verstoort de ingestelde signaalniveaus niet; | ||||||||
b. | kalibreert zichzelf automatisch; | ||||||||
c. | heeft ten minste een CO2-meetfunctie met:
| ||||||||
d. | waarschuwt bijtijds voor ventilatieproblemen door middel van een duidelijke indicatie betreffende de mate waarin een vertrek wordt geventileerd; | ||||||||
e. | heeft 3 signaalniveaus met een eigen kleurcode:
| ||||||||
f. | de CO2-concentratie moet afleesbaar zijn op een duidelijk display, waarbij de hoogte van cijfers en letters in het display minimaal 8 mm bedraagt. |
Artikel 3.6
Lid 1.
De berekening van de in artikel 5.2, eerste lid, van het besluit bedoelde waarden voor energiebehoefte, primair fossiel energiegebruik en voor het aandeel hernieuwbare energie vindt plaats en wordt geregistreerd door een op basis van BRL 9500-W, subdeelgebied detailopname gecertificeerd bedrijf, of BRL 9500-U, subdeelgebied detailopname gecertificeerd bedrijf, waarbij gebruik wordt gemaakt van op basis van BRL 9501 geattesteerde software.
Lid 2.
Met een gecertificeerd bedrijf als bedoeld in het eerste lid, wordt tot 1 januari 2022 gelijkgesteld een bedrijf dat de in het eerste lid bedoelde certificering heeft aangevraagd en dat voor de berekening gebruikmaakt van adviseurs met een bewijs van vakbekwaamheid als bedoeld in paragraaf 4.1 van BRL 9500-W of BRL 9500-U.
Lid 3.
Een berekening en registratie als bedoeld in het eerste lid mag tot 1 november 2021 plaatsvinden door een persoon die werkzaam is voor een certificaathouder en aantoonbaar in staat is volgens de voorschriften, bedoeld in BRL 9500-W, subdeelgebied detailopname, of in BRL 9500-U, subdeelgebied detailopname, een opname te maken van de bouwkundige schil en de installaties van het gebouw.
Lid 4.
Bij toepassing van het derde lid controleert de certificaathouder aanvullend in ieder geval de eerste twee registraties van berekeningen gedaan door de persoon, bedoeld in het derde lid, middels controles op de dossiers als bedoeld in paragraaf 6.1 van BRL 9500-W of paragraaf 6.1 van BRL 9500-U.
Artikel 3.7(Inwerking treding op een bij koninklijk besluit bekend te maken tijdstip)
Lid 1.
Tot 1 juli 2021 mag voor de berekening van de in artikel 5.2, eerste lid, van het besluit bedoelde waarden voor energiebehoefte, primair fossiel energiegebruik en voor het aandeel hernieuwbare energie in aanvulling op artikel 3.6, eerste lid, een tweede berekening worden gemaakt op basis van BRL 9501 geattesteerde software zoals deze software luidt op 1 juli 2020.
Lid 2.
De in het eerste lid bedoelde tweede berekening wordt met dezelfde invoergegevens als de in artikel 3.6, eerste lid, bedoelde berekening uitgevoerd door een bedrijf als bedoeld in artikel 3.6, eerste of tweede lid.
Lid 3.
Bij een verschil tussen de resultaten van beide berekeningen is het voldoende dat uit een van beide berekeningen blijkt dat is voldaan aan de in artikel 5.2, eerste lid, van het besluit bedoelde waarden.
Artikel 3.8
Bij de bepaling van het aandeel hernieuwbare energie, bedoeld in artikel 5.2, eerste lid, van het besluit mag restwarmte en -koude als bedoeld in NTA 8800 worden meegerekend.
Artikel 3.9
Voor de beoordeling of gebruik gemaakt kan worden van artikel 5.2, derde lid, van het besluit, wordt gebruikgemaakt van het stappenplan in de Leidraad afwijking eis hernieuwbare energie woongebouwen (nieuwbouw) van 7 juli 2020 zoals gepubliceerd op www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2018/12/17/kostenoptimaliteitsstudie-beng-eisen.
Artikel 3.10
Lid 1.
Bij toepassing van NTA 8800 is de in paragraaf 5.7 van die norm bedoelde waarde voor oververhitting bij een woonfunctie, niet zijnde een woonwagen of drijvend bouwwerk, voor iedere rekenzone en oriëntatie ten hoogste 1,20.
Lid 2.
Wanneer de in het eerste lid bedoelde hoogst berekende waarde voor oververhitting bij een woonfunctie niet in een woongebouw meer dan 1,20 is, wordt met een berekening aangetoond dat het totaal aantal gewogen overschrijdingsuren in die woonfunctie op jaarbasis niet meer dan 450 is.
Lid 3.
Wanneer in een woongebouw bij een of meer woningen binnen dat woongebouw de hoogst berekende waarde voor oververhitting meer dan 1,20 is, wordt bij de woning met de hoogst berekende waarde voor oververhitting met een berekening aangetoond dat het aantal gewogen overschrijdingsuren in die woning op jaarbasis niet meer dan 450 is.
Lid 4.
Bij de berekening, bedoeld in dit artikel, wordt bij toepassing van artikel 3.7 die versie van de software gebruikt op grond waarvan blijkt dat is voldaan aan de in artikel 5.2, eerste lid, van het besluit bedoelde waarden.
Lid 5.
De berekening, bedoeld in dit artikel, voldoet aan het gestelde in bijlage VII bij deze regeling.
Artikel 3.11
Lid 1.
Waar in artikel 3.8, tweede lid, en artikel 3.9, derde lid, van het besluit wordt verwezen naar de Handleiding Meten en Rekenen Industrielawaai is bedoeld de Handleiding Meten en Rekenen Industrielawaai 1999, internetuitgave 2004.
Lid 2.
Bij toepassing van het eerste lid wordt voldaan aan de in bijlage VIII van deze regeling opgenomen nadere voorschriften.