Bouwbesluit Online 2012


1.6 Vaststellen waarde in bedrijf stellen

Op grond van artikel 1.37, vierde lid, van het Bouwbesluit 2012 kunnen bij ministeriële regeling nadere regels worden gesteld over de inhoud van certificatieschema’s. Het betreft hier onder andere regels met betrekking tot de maximale hoeveelheid koolmonoxide die na uitgevoerde werkzaamheden in de opstellingsruimte van het toestel aanwezig mag zijn en regels met betrekking tot de concentratie koolmonoxide die in de verbrandingsgassen van het toestel aanwezig mag zijn

1.6.1.Maximale concentratie koolmonoxide in de opstellingsruimte van het toestel

De Minister van BZK heeft de Tweede Kamer op 3 december 2019 7, in reactie op het advies van de Gezondheidsraad ‘Gezondheidsrisico’s door lage concentraties koolmonoxide’ van 10 juli 2019, aangegeven ook eisen te stellen aan de maximale hoeveelheid koolmonoxide die na uitgevoerde werkzaamheden in de opstellingsruimte van het toestel vrij mag komen en daarbij ook de advieswaar den van de WHO te zullen betrekken. De WHO geeft aan dat er al gezondheidsrisico’s ontstaan bij een concentratie koolmonoxide van 6 ppm (voor de duur van 24 uur). De in de praktijk bij de inspectie van technische installaties in woningen toegepaste norm NEN 8025 gaat uit van een waarde van 5 ppm. Voor de vaststelling van de waarde waarbij een installateur een gasverbrandingsinstallatie na uitgevoerde werkzaamheden (opnieuw) in bedrijf mag stellen is in de onderhavige regeling aangesloten bij de door NEN gehanteerde waarde van 5 ppm. Bij een waarde van 5 ppm en hoger mag de installateur de installatie niet in bedrijf stellen.

Afbeelding

7 https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2019/12/03/kamerbrief-inzake-advies- gezondheidsraad-gezondheidsrisicos-door-lage-concentraties-koolmonoxide.

1.6.2.Maximale concentratie koolmonoxide in de verbrandingsgassen van het toestel

Vanuit de sector is aangegeven dat behalve de hoeveelheid koolmonoxide in de opstellingsruimte van het toestel ook de concentratie koolmonoxide in de verbrandingsgassen van het toestel een belangrijke en betrouwbare indicatie is voor de veilige werking van het toestel. Meting van de hoeveelheid koolmonoxide in de verbrandingsgassen vindt plaats in de verbrandingsgasafvoer en in geval van open toestellen zonder afvoer direct boven het toestel. Voor het bepalen van de kritische concentratie koolmonoxide in de verbrandingsgassen van het toestel is aangesloten bij de typen toestellen en waarden die hiervoor in de norm NEN 8025 zijn opgenomen. Deze zijn ontleend aan NEN-EN 1749.

Onderstaande tabel is ter informatie overgenomen uit NEN 8025

Afbeelding
Uw gekozen filters:

Type

Gebruiksfuncties