Artikel 2.192
gebruiksfunctie
|
leden
van
toepassing
|
||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
artikel
|
|||||||
lid
|
|||||||
1
|
Woonfunctie
|
||||||
a
|
woonfunctie
van een woonwagen
|
–
|
–
|
–
|
–
|
–
|
|
b
|
woonfunctie
gelegen in een woongebouw voor minder zelfredzame personen
|
–
|
|||||
c
|
andere
woonfunctie
|
–
|
|||||
2
|
Bijeenkomstfunctie
|
||||||
a
|
bijeenkomstfunctie
voor kinderopvang
|
–
|
|||||
b
|
andere
bijeenkomstfunctie
|
–
|
|||||
3
|
Celfunctie
|
–
|
|||||
4
|
Gezondheidszorgfunctie
|
||||||
a
|
gezondheidszorgfunctie
bestemd voor aan bed gebonden patiënten
|
–
|
|||||
b
|
andere
gezondheidszorgfunctie
|
–
|
|||||
5
|
Industriefunctie
|
||||||
a
|
lichte
industriefunctie
|
–
|
–
|
–
|
–
|
||
b
|
andere
industriefunctie
|
–
|
|||||
6
|
Kantoorfunctie
|
–
|
|||||
7
|
Logiesfunctie
|
||||||
a
|
logiesfunctie
niet gelegen in een logiesgebouw
|
–
|
|||||
b
|
logiesfunctie
gelegen in een logiesgebouw
|
–
|
|||||
8
|
Onderwijsfunctie
|
–
|
|||||
9
|
Sportfunctie
|
–
|
|||||
10
|
Winkelfunctie
|
–
|
|||||
11
|
Overige
gebruiksfunctie
|
||||||
a
|
overige
gebruiksfunctie voor het personenvervoer met een gebruiksoppervlakte
van meer dan 50 m2
|
–
|
|||||
b
|
andere
overige gebruiksfunctie
|
–
|
–
|
–
|
–
|
||
12
|
Bouwwerk
geen gebouw zijnde
|
–
|
–
|
–
|
–
|
–
|
1.
Het aantal droge blusleidingen is zodanig dat de loopafstand tussen een brandslangaansluiting van een droge blusleiding en een toegang van een op die aansluiting aangewezen subbrandcompartiment niet groter is dan 50 m.
2.
Het aantal droge blusleidingen is zodanig dat de loopafstand tussen een brandslangaansluiting van een droge blusleiding en een toegang van een op die aansluiting aangewezen rookcompartiment niet groter is dan 35 m.
3.
Het aantal brandslanghaspels is zodanig dat de loopafstand tussen een brandslanghaspel en elk punt van de vloer van een gebruiksfunctie niet groter is dan de lengte van de brandslang, vermeerderd met 5 m. Dit geldt niet voor de vloer van een niet in een verblijfsgebied gelegen ruimte, die vanaf de toegang van de gebruiksfunctie niet door besloten ruimten kan worden bereikt.
4.
Bij het bepalen van de loopafstand als bedoeld in het derde lid, wordt een constructie-onderdeel niet zijnde een bouwconstructie, gelegen in een verblijfsgebied, buiten beschouwing gelaten.
5.
Bij het bepalen van de loopafstand als bedoeld in het derde lid, wordt de loopafstand gelegen in een verblijfsgebied met 1,5 vermenigvuldigd.