Artikel 3.56
gebruiksfunctie
|
leden van toepassing
|
grenswaarden
|
||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
artikel
|
||||||||||
lid
|
||||||||||
[dm3/s
per m2]
|
[dm3/s]
|
|||||||||
1
|
Woonfunctie
|
|||||||||
a
|
woonfunctie
gelegen in een woongebouw
|
–
|
0,7
|
7
|
||||||
b
|
woonfunctie
van een woonwagen
|
–
|
–
|
0,8
|
7
|
|||||
c
|
andere
woonfunctie
|
–
|
–
|
0,7
|
7
|
|||||
2
|
Bijeenkomstfunctie
|
|||||||||
a
|
bijeenkomstfunctie
voor kinderopvang
|
–
|
–
|
1
|
7
|
|||||
b
|
andere
bijeenkomstfunctie
|
–
|
–
|
|||||||
1
ruimte voor alcoholgebruik
|
3,8
|
7
|
||||||||
2
ruimte voor activiteiten die de binnenlucht
verontreinigen
|
0.8
|
7
|
||||||||
3
ruimte voor het aanschouwen van sport
|
1,5
|
7
|
||||||||
4
andere ruimte
|
0,6
|
7
|
||||||||
3
|
Celfunctie
|
–
|
–
|
|||||||
1
ruimte niet voor dag - en nachtverblijf met een
toiletpot
|
0,4
|
11
|
||||||||
2
ruimte niet voor dag - en nachtverblijf zonder een
toiletpot
|
0,4
|
7
|
||||||||
3
ruimte met een toiletpot
|
0,8
|
11
|
||||||||
4
ruimte voor dag - en nachtverblijf zonder een
toiletpot
|
0,8
|
7
|
||||||||
5
ruimte voor activiteiten die de binnenlucht
verontreinigen
|
0.8
|
7
|
||||||||
6
andere ruimte
|
0,4
|
7
|
||||||||
4
|
Gezondheidszorgfunctie
|
–
|
–
|
|||||||
1
ruimte voor activiteiten die de binnenlucht
verontreinigen
|
1
|
7
|
||||||||
2
andere ruimte
|
1
|
7
|
||||||||
5
|
Industriefunctie
|
|||||||||
a
|
lichte
industriefunctie
|
–
|
–
|
–
|
–
|
–
|
–
|
|||
b
|
andere
industriefunctie
|
–
|
–
|
|||||||
1
ruimte voor activiteiten die de binnenlucht
verontreinigen
|
0,8
|
7
|
||||||||
2
andere ruimte
|
0,4
|
7
|
||||||||
6
|
Kantoorfunctie
|
–
|
–
|
1
|
10
|
|||||
7
|
Logiesfunctie
|
–
|
–
|
0,8
|
7
|
|||||
8
|
Onderwijsfunctie
|
–
|
–
|
|||||||
1
ruimte voor activiteiten die de binnenlucht
verontreinigen
|
1,1
|
7
|
||||||||
2
andere ruimte
|
1,1
|
7
|
||||||||
9
|
Sportfunctie
|
–
|
–
|
|||||||
2
ruimte voor activiteiten die de binnenlucht
verontreinigen
|
0,8
|
7
|
||||||||
3
andere ruimte
|
0,4
|
7
|
||||||||
10
|
Winkelfunctie
|
–
|
–
|
|||||||
1
ruimte voor activiteiten die de binnenlucht
verontreinigen
|
0.8
|
7
|
||||||||
2
andere ruimte
|
0,4
|
7
|
||||||||
11
|
Overige
gebruiksfunctie
|
|||||||||
a
|
overige
gebruiksfunctie voor het stallen van motorvoertuigen
|
–
|
–
|
3
|
–
|
|||||
b
|
overige
gebruiksfunctie voor het opslaan van afval
|
–
|
–
|
–
|
100
|
|||||
c
|
andere
overige gebruiksfunctie
|
–
|
–
|
–
|
–
|
–
|
–
|
–
|
||
12
|
Bouwwerk
geen gebouw zijnde
|
–
|
–
|
–
|
–
|
–
|
–
|
–
|
–
|
1.
Een voorziening voor luchtverversing voor een verblijfsruimte heeft een volgens NEN 8087 bepaalde capaciteit van ten minste de in tabel 3.54 aangegeven grenswaarde.
2.
Een voorziening voor luchtverversing voor een verblijfsruimte met een opstelplaats voor een kooktoestel of met een opstelplaats voor een warmwatertoestel heeft een volgens NEN 8087 bepaalde capaciteit van ten minste 21 dm³/s. Bij de toepassing van dit voorschrift blijven buiten beschouwing:
-
a.
een opstelplaats voor een kooktoestel met een nominale belasting van meer dan 15 kW en
-
b.
een opstelplaats voor een warmwatertoestel met een nominale belasting van meer dan 15 kW of voor een warmwatertoestel dat geen open verbrandingstoestel is.
3.
Een voorziening voor luchtverversing voor een toiletruimte heeft een volgens NEN 8087 bepaalde capaciteit van ten minste 7 dm³/s. Een voorziening voor luchtverversing voor een badruimte heeft een volgens NEN 8087 bepaalde capaciteit van ten minste 14 dm³/s. Dit geldt ook voor een met een toiletruimte samengevoegde badruimte.
4.
Een voorziening voor luchtverversing voor meer dan een verblijfsruimte heeft een capaciteit die niet kleiner is dan de hoogste waarde die volgens het eerste en tweede lid geldt voor elke afzonderlijke verblijfsruimte die op de voorziening is aangewezen.
5.
In afwijking van het vierde lid, heeft een voorziening voor luchtverversing voor meer dan een gemeenschappelijke verblijfsruimte een capaciteit die niet kleiner is dan de totale waarde die volgens het eerste en tweede lid geldt voor alle gemeenschappelijke verblijfsruimten die op de voorziening zijn aangewezen.
6.
Een voorziening voor luchtverversing voor meer dan een verblijfsruimte heeft een capaciteit die niet kleiner is dan de totale waarde die volgens het eerste en tweede lid geldt voor alle verblijfsruimten die op de voorziening zijn aangewezen.