Artikel 3.69
1.
Een voorziening voor luchtverversing van een besloten gemeenschappelijke verkeersruimte heeft een volgens NEN 1087 bepaalde capaciteit van ten minste 0,7 dm³/s per m² vloeroppervlakte van de gemeenschappelijke verkeersruimte, gemeten over de ten minste vereiste breedte van die ruimte.
2.
Een voorziening voor luchtverversing van een meterruimte voor een voorziening voor gas heeft een volgens NEN 1087 bepaalde capaciteit van ten minste 2 dm³/s per m³ netto-inhoud van de meterruimte, met een minimum van 2 dm³/s.
3.
Een voorziening voor luchtverversing van een liftschacht heeft een volgens NEN 1087 bepaalde capaciteit van ten minste 3,2 dm³/s per m² vloeroppervlakte van die liftschacht.
4.
Een voorziening voor luchtverversing van een ruimte voor het opslaan van afval als bedoeld in artikel 3.68, derde lid, heeft een volgens NEN 1087 bepaalde capaciteit van ten minste 100 dm³/s.
5.
Een voorziening voor luchtverversing heeft, afhankelijk van zijn bestemming en grootte, een zodanige capaciteit dat geen gevaar ontstaat voor de gezondheid van de gebruikers van het bouwwerk.