1.
Een uitmonding voor de afvoer van binnenlucht van een voorziening voor luchtverversing is zodanig geplaatst, dat de volgens NEN 1087 bepaalde verdunningsfactor van de binnenlucht ter plaatse van een op hetzelfde perceel gelegen instroomopening van:
-
a.
een voorziening voor de toevoer van verbrandingslucht die via een verblijfsgebied of een verblijfsruimte voor het verblijven van mensen naar een verbrandingstoestel stroomt, en
-
b.
een voorziening voor luchtverversing voor de toevoer van verse lucht naar een verblijfsgebied of een verblijfsruimte voor het verblijven van mensen niet groter is dan 0,01. Voor de toepassing van dit voorschrift blijven bouwwerken en daarmee gelijk te stellen belemmeringen die op een ander perceel liggen, buiten beschouwing.