Artikel 4.63.
Dit artikel heeft tot doel te voorzien in de behoefte aan stallingsruimte voor fietsen en bromfietsen bij utiliteitsgebouwen.
De stallingsruimte kan worden uitgevoerd als overige gebruiksfunctie, zijnde een gebouw, tevens nevenfunctie zijnde, of als een stuk terrein, dat al dan niet, gelijkend op een carport, overdekt is. Een stuk grond, zijnde een buitenruimte, kan als stallingsruimte voor fietsen worden aangemerkt. De fietsenstalling hoeft niet op het zelfde perceel te zijn gelegen als het te bouwen gebouw, mits maar duidelijk is dat de vereiste oppervlakte aan fietsenstalling ten dienste van het te bouwen gebouw aanwezig is. Zo kan worden gebruik gemaakt van een openbare voorziening voor het stallen van fietsen welke voorziening ten dienste staat van verschillende gebouwen.
Met de hoogte-eis wordt beoogd dat de gebruiker van een overdekte fietsenstalling zich daarin op normale wijze kan bewegen zonder het hoofd te stoten.