§ 4.15.1. Nieuwbouw
Artikel 4.80.
Het eerste lid geeft de functionele eis voor een opstelplaats voor een aanrecht en een opstelplaats voor een kooktoestel voor te bouwen bouwwerken.
De in het tweede lid bedoelde tabel wijst per gebruiksfunctie de voorschriften aan die van toepassing zijn op die gebruiksfunctie. Door aan die voorschriften te voldoen, wordt aan de functionele eis van het eerste lid voldaan. De hiervoor bedoelde voorschriften, die prestatie-eisen inhouden, zijn als volgt over de artikelen verdeeld:
1. | artikel 4.81 bepaalt in welke situatie er een opstelplaats voor een aanrecht en een opstelplaats voor een kooktoestel aanwezig moeten zijn en bevat eisen omtrent de ligging daarvan (aanwezigheid), en |
2. | artikel 4.82 stelt eisen aan de oppervlakte van de in artikel 4.81 bedoelde opstelplaatsen (afmetingen). |
De tabel in het tweede lid wijst voorschriften aan voor de woonfunctie en de bijeenkomstfunctie voor alcoholgebruik. Het derde lid bepaalt dat voor die gebruiksfuncties waarvoor de tabel geen enkel voorschrift aanwijst, de functionele eis van het eerste lid niet geldt.
Artikel 4.81.
Dit artikel geeft in het eerste en tweede lid de aanwezigheidseis van voorzieningen die in een keuken van de woonfunctie benodigd zijn. De keukenvoorziening moet zijn gelegen in een verblijfsruimte. Die verblijfsruimte kan zowel binnen de groep van niet-gemeenschappelijke ruimten (vroeger de woning geheten) als daarbuiten in een gemeenschappelijke ruimte liggen. De beperking van de laatste mogelijkheid tot woningen met een gebruiksoppervlakte van minder dan 50 m² is met de inwerkingtreding van dit besluit komen te vervallen.
De bedoeling van het derde en het vierde lid is in de woonfunctie het aanrecht en het kooktoestel zo te positioneren dat de vloeroppervlakte wordt vrijgehouden, die op grond van artikel 4.26, eerste lid, minimaal is bestemd voor zitgelegenheid. Deze eisen laten de mogelijkheid open om de plaatsen voor aanrecht en kooktoestel in dezelfde ruimte te situeren als waarin zich ook de oppervlakte voor de zitgelegenheid bevindt. Het maken van een open keuken is dan mogelijk.
Met de eis van het vijfde lid wordt beoogd dat in horecagelegenheden het glas- en vaatwerk deugdelijk kan worden afgewassen. Dit voorschrift over een opstelplaats voor een aanrecht van een bijeenkomstfunctie is ontleend aan het Besluit eisen inrichtingen Drank- en Horecawet.
Artikel 4.82.
De volgens het eerste lid minimaal vereiste afmetingen van de opstelplaats voor het aanrecht in de woonfunctie zijn zodanig, dat één persoon de voor de maaltijdbereiding noodzakelijke handelingen kan verrichten. De keukenvoorziening, zijnde het aanrecht, is echter niet voorgeschreven.
Krachtens het tweede lid moet een opstelplaats voor een gemeenschappelijk aanrecht langer zijn dan voor een aanrecht voor een individuele woning.
De minimum afmetingen van een opstelplaats voor een kooktoestel van het derde lid zijn afgestemd op de gangbare maten van een gas- of elektrisch fornuis.