Artikel 4.82.
De volgens het eerste lid minimaal vereiste afmetingen van de opstelplaats voor het aanrecht in de woonfunctie zijn zodanig, dat één persoon de voor de maaltijdbereiding noodzakelijke handelingen kan verrichten. De keukenvoorziening, zijnde het aanrecht, is echter niet voorgeschreven.
Krachtens het tweede lid moet een opstelplaats voor een gemeenschappelijk aanrecht langer zijn dan voor een aanrecht voor een individuele woning.
De minimum afmetingen van een opstelplaats voor een kooktoestel van het derde lid zijn afgestemd op de gangbare maten van een gas- of elektrisch fornuis.