Lid 4.
Bij toepassing van het eerste tot en met derde lid gelden de volgende uitgangspunten:
a. | berekeningen worden uitgevoerd in tijdstappen van 30 seconden; | ||||||
b. | bij het begin van het vluchten wordt aangenomen dat alle personen in het subbrandcompartiment zich nabij de uitgangen van dat compartiment bevinden en tegelijkertijd beginnen te vluchten; | ||||||
c. | vluchtroutes worden tijdens het vluchten slechts in een richting benut; | ||||||
d. | door doorgangen en over trappen voeren de vluchtroutes niet in tegenovergestelde richting; | ||||||
e. | bij samenkomende vluchtroutes wordt de beschikbare doorstroom- en opvangcapaciteit op de volgende wijze verdeeld:
| ||||||
f. | het hoogteverschil tussen bouwlagen in het trappenhuis is ten minste 2,1 m en ten hoogste 4 m; | ||||||
g. | de daalsnelheid is 30 seconden per bouwlaag voor zover de vluchtroute over een trap of door een trappenhuis voert; | ||||||
h. | de opvangcapaciteit van een trap is 0,5 persoon per trede, voor zover de breedte van de trap niet groter is dan 1,1 m; | ||||||
i. | de opvangcapaciteit van een trap is 0,9 persoon per trede per meter breedte van die trede, voor zover de breedte van de trap groter is dan 1,1 m en de breedte van het tredevlak groter is dan 0,17 m; | ||||||
j. | de opvangcapaciteit van een vloer of hellingbaan is ten hoogste 4 personen per m 2 vrije vloeroppervlakte, en | ||||||
k. | het gestelde in artikel 2.108, eerste lid, van het besluit, waarbij voor ‘personen’ wordt gelezen: personen per minuut. | ||||||
l. | het gestelde in artikel 6.25, derde lid, van het besluit, waarbij voor ‘37 personen’ wordt gelezen: 37 personen per minuut; | ||||||
m. | in afwijking van onderdeel l geldt het gestelde in artikel 6.25, derde lid, van het besluit onverkort als in de ruimte voor de deur tijdens een tijdstap meer dan 37 personen aanwezig zijn. |
Uw gekozen filters: