Artikel 2.15
1.
Een vloer heeft bij een rand een niet beweegbare afscheiding als die rand meer dan 1 m hoger ligt dan een aansluitende vloer, het aansluitende terrein of het aansluitende water.
2.
Het eerste lid geldt niet ter plaatse van de aansluiting van de vloer aan:
-
a.
een trap of
-
b.
een hellingbaan.
3.
Onverminderd het tweede lid geldt het eerste lid niet voor:
-
a.
een rand van een podium,
-
b.
een rand van een vloer die aan een bassin grenst,
-
c.
een rand van een laadvloer,
-
d.
een rand van een perron en
-
e.
een met een rand als bedoeld onder a tot en met d, gelijk te stellen rand van een vloer.