Artikel 2.15.
Dit artikel regelt de noodzakelijke aanwezigheid van een vloerafscheiding Als de valhoogte minder is dan 1 m, wordt het risico beperkt geacht. Onder vloeren worden ook vloeren verstaan van bijvoorbeeld balkons, bordessen, galerijen en dakterrassen. De voorgeschreven vloerafscheiding kan een hekwerk zijn, maar even goed denkbaar zijn vormen als een bouwkundige plantenbak of muurtje langs een trapgat of een doorlopende gevel langs een dakterras. Er wordt een ‘niet beweegbare afscheiding’ geëist. Er is daarmee duidelijk voorgeschreven dat in een vloerafscheiding tot de voorgeschreven hoogte in beginsel geen beweegbare delen mogen zitten. Dat betekent dat een deur of laag raam in de gevelopening die regelmatig wordt gebruikt alleen is toegelaten als voor die deur of dat raam een niet-beweegbaar hekwerk van de voorgeschreven hoogte is aangebracht (bijvoorbeeld bij een Frans balkon). Constructies waarbij bijvoorbeeld het raam met behulp van speciaal gereedschap in zijn geheel uit de sponningen kan worden gelicht, ten behoeve van verhuizing, of beweegbare constructie-onderdelen die slechts incidenteel worden gebruikt, kunnen als ‘niet beweegbaar’ worden aangemerkt en nog gewoon worden toegepast.
Het tweede en het derde lid beschrijven een aantal situaties waaronder een vloerafscheiding niet is vereist. Van een vloerafscheiding is pas sprake als deze ook in staat is te voldoen aan de sterkte-eisen van paragraaf 2.1.1. Dit betekent dat de uiterste grenstoestand van de afscheiding niet mag zijn overschreden bij:
1. | de fundamentele belastingscombinaties, bedoeld in onderdeel 6.2.1 van NEN 6702 in verbinding met onderdeel 8.2.6 van dat normblad. De in dit onderdeel bedoelde lijnbelasting grijpt bij een afscheiding aan ter plaatse van de in het Bouwbesluit 2003 voorgeschreven hoogte. De eveneens in dit onderdeel bedoelde geconcentreerde belasting grijpt aan op elke plaats dat is aangemerkt als afscheiding, en |
2. | de bijzondere belastingscombinaties, bedoeld in onderdeel 6.2.2 van NEN 6702 in verbinding met onderdeel 9.6 van dat normblad. De in dit onderdeel bedoelde stootbelasting grijpt bij een afscheiding aan op elke plaats dat is aangemerkt als afscheiding, vanaf de vloer de voorgeschreven hoogte boven de vloer. |