Artikel 2.185.
Om te voorkomen dat bij brand te grote afstanden moeten worden afgelegd om de eerste veilige ruimte, zijnde het trappenhuis, te bereiken en om te voorkomen dat de brandweer te grote afstanden moet overbruggen om met geredde mensen een veilige plek te kunnen bereiken, zal de afstand tussen een toegang van een subbrandcompartiment of rookcompartiment en een trappenhuis niet te groot mogen zijn. In de regel zal hieraan zijn voldaan, wanneer deze afstand niet groter is dan 30 meter respectievelijk 45 meter. Dit leidt er toe dat bij gangbare gebouwontwerpen trappenhuizen op geen grotere onderlinge afstand zullen kunnen zijn gesitueerd dan 90 meter. Deze afstand van 30 meter of 45 meter leidt er mede toe dat de brandweer een brand met eenvoudige middelen kan blussen. Immers, als gevolg van deze afstand kan het aantal aan elkaar te koppelen brandslangen beperkt blijven.
Om te voorkomen dat de brandweer door een te grote afstand tussen de toegang van de brandweerlift en enig punt op een bouwlaag van een gebouw, niet in staat is personen tijdig uit het brandende gebouw te halen of met het gangbare brandweermaterieel een beginnende brand te blussen, mag, wil aan het onderhavige voorschrift zijn voldaan, ook de afstand tussen de toegang van een brandweerlift en de toegang van een subbrandcompartiment of rookcompartiment niet te groot zijn. Hierbij kan gedacht worden aan een afstand van 90 meter respectievelijk 75 meter, hetgeen bij gangbare ontwerpen leidt tot afstanden tussen twee brandweerliften van circa 180 meter.
Het derde en het vierde lid bevatten een regeling voor de loopafstand naar een (gemeenschappelijke) meterruimte bij een woonfunctie. Dit onderwerp is uit het oogpunt van brandveiligheid gegeven om bij brand de gastoevoer te kunnen afsluiten. De afsluiter van de voorziening voor gas is geregeld op grond van NEN 1078 en hoeft niet in de meterruimte aanwezig te zijn. Er is derhalve sprake van een gelegenheidsargument om het voorschrift te geven, al helemaal voor een gemeenschappelijke meterruimte; bovendien is het bevreemdend het voorschrift te beperken tot een woonfunctie. Het voorschrift kan dan ook beter worden gedereguleerd.