§ 2.22.1. Nieuwbouw
Artikel 2.200.
Het eerste lid geeft de functionele eis voor te bouwen grote brandcompartimenten.
De in het tweede lid bedoelde tabel wijst per gebruiksfunctie de voorschriften aan die van toepassing zijn op die gebruiksfunctie. Door aan die voorschriften te voldoen wordt aan de functionele eis van het eerste lid voldaan. De hiervoor bedoelde voorschriften, die prestatie-eisen inhouden, zijn als volgt over de artikelen verdeeld:
1. | artikel 2.201 regelt de mate van brandveiligheid die de bouwkundige inrichting van een groot brandcompartiment moet bieden met betrekking tot het beperken van uitbreiding van brand (inrichting), |
2. | artikel 2.202 betreft de loopafstand tussen een punt in een groot brandcompartiment en het aansluitende terrein (vluchtroute), en |
3. | artikel 2.203 regelt de mate van brandveiligheid die in een groot brandcompartiment moet worden bereikt door middel van voorzieningen tot bestrijding van brand (bestrijding van brand). |
Voor enkele (sub)gebruiksfuncties wijst de tabel van het tweede lid geen enkel voorschrift aan. Omdat er hier geen derde lid is dat verklaart dat de functionele eis niet van toepassing is, moet wel aan de functionele eis van het eerste lid worden voldaan. Er zal in dit geval ten genoegen van burgemeester en wethouders moeten worden aangetoond dat aan de functionele eis is voldaan.
Artikel 2.201.
De uit het oogpunt van brandveiligheid gegeven voorschriften voor te bouwen niet tot bewoning bestemde gebouwen, waaraan naast de bestaande praktijk ook de bouwkundige aspecten van de Brandbeveiligingsconcepten, uitgegeven door het ministerie van Binnenlandse Zaken, Directie Brandweer en Rampenbestrijding, ten grondslag hebben gelegen, zijn gerelateerd aan brandcompartimenten met een gebruiksoppervlakte van in beginsel ten hoogste duizend vierkante meter. Het raadplegen van de hiervoor genoemde brandbeveiligingsconcepten is op zichzelf beschouwd aan te bevelen, doch de daarin vervatte bouwkundige aspecten mogen, nu in dit besluit prestatie-eisen zijn gegeven voor de verschillende gebouwfuncties, geen rol spelen bij de beoordeling van een bouwplan.
Op grond van deze paragraaf is het echter toegestaan dat een gebouw in een of meer brandcompartimenten wordt ingedeeld die groter zijn dan is bedoeld in paragraaf 2.13.1 - Beperking van uitbreiding van brand, nieuwbouw. Voor bestemmingen als bijvoorbeeld tentoonstellingshal of veilinghal kan zo’n grootte van meer dan 1.000 m2 noodzakelijk zijn. Het is daarbij niet noodzakelijk dat in zo’n geval een brandcompartiment beperkt blijft tot één gebruiksfunctie.
Het doel van de voorschriften is te bereiken dat deze grote brandcompartimenten zodanig zijn ingericht, dat zij een zelfde mate van brandveiligheid bieden als is gewaarborgd door de voorschriften voor brandcompartimenten die wel vallen binnen de in paragraaf 2.13.1 bedoelde maximummaten. De aanvrager van de bouwvergunning moet ten genoegen van burgemeester en wethouders aangeven welke voorzieningen zijn getroffen om hieraan te voldoen. Dit kan bijvoorbeeld betekenen dat er een sprinklerinstallatie wordt toegepast of een rook- en warmteafvoerinstallatie of een combinatie van beide. Het gaat er vooral om te voorkomen dat er bij brand een onbeheersbare situatie ontstaat, met name naar omliggende percelen, en om te garanderen dat men, indien er sprake is van een langere vluchtafstand, voldoende tijd heeft om het aansluitende terrein veilig te kunnen bereiken. Bouwstenen voor het ontwerpen van grote brandcompartimenten kunnen voor wat betreft het veilig verlaten van het compartiment kunnen worden ontleend aan het TNO Bouw-rapport 96-CVB-R0330, delen 1 t.m. 4. De onderzoeksrapporten van PRC Bouwcentrum, nummer 6665, ‘Vluchten bij brand uit grote brandcompartimenten” en “Bepalingsmethode voor veilig vluchten” bevatten daarvan een vereenvoudigde samenvatting. Terzake van het beperken van de branduitbreiding kan het rapport van het ingenieurs/adviesbureau SAVE ‘Beheersbaarheid van brand; bouwstenen voor regelgeving’ van oktober 1995 worden gehanteerd als hulpmiddel.
Uitgangspunt bij dit voorschrift moet wel zijn dat toepassing van dit voorschrift er niet toe leidt dat hetgeen tot voor de inwerkingtreding van het Bouwbesluit gebruikelijk was en als voldoende veilig wordt ervaren, thans niet meer zou mogen. Uitgangspunt van het Bouwbesluit is slechts uniformering van voorschriften en niet zozeer aanscherping van voorschriften.
Artikel 2.202.
De uit het oogpunt van brandveiligheid gegeven voorschriften voor te bouwen niet tot bewoning bestemde gebouwen, waaraan naast de bestaande praktijk ook de bouwkundige aspecten van de Brandbeveiligingsconcepten, uitgegeven door het ministerie van Binnenlandse Zaken, Directie Brandweer en Rampenbestrijding, ten grondslag hebben gelegen, zijn gerelateerd aan brandcompartimenten met een gebruiksoppervlakte van in beginsel ten hoogste duizend vierkante meter. Het raadplegen van de hiervoor genoemde brandbeveiligingsconcepten is op zichzelf beschouwd aan te bevelen, doch de daarin vervatte bouwkundige aspecten mogen, nu in dit besluit prestatie-eisen zijn gegeven voor de verschillende gebouwfuncties, geen rol spelen bij de beoordeling van een bouwplan.
Op grond van deze paragraaf is het echter toegestaan dat een gebouw in een of meer brandcompartimenten wordt ingedeeld die groter zijn dan is bedoeld in paragraaf 2.13.1 - Beperking van uitbreiding van brand, nieuwbouw. Voor bestemmingen als bijvoorbeeld tentoonstellingshal of veilinghal kan zo’n grootte van meer dan 1.000 m2 noodzakelijk zijn. Het is daarbij niet noodzakelijk dat in zo’n geval een brandcompartiment beperkt blijft tot één gebruiksfunctie.
Het doel van de voorschriften is te bereiken dat deze grote brandcompartimenten zodanig zijn ingericht, dat zij een zelfde mate van brandveiligheid bieden als is gewaarborgd door de voorschriften voor brandcompartimenten die wel vallen binnen de in paragraaf 2.13.1 bedoelde maximummaten. De aanvrager van de bouwvergunning moet ten genoegen van burgemeester en wethouders aangeven welke voorzieningen zijn getroffen om hieraan te voldoen. Dit kan bijvoorbeeld betekenen dat er een sprinklerinstallatie wordt toegepast of een rook- en warmteafvoerinstallatie of een combinatie van beide. Het gaat er vooral om te voorkomen dat er bij brand een onbeheersbare situatie ontstaat, met name naar omliggende percelen, en om te garanderen dat men, indien er sprake is van een langere vluchtafstand, voldoende tijd heeft om het aansluitende terrein veilig te kunnen bereiken. Bouwstenen voor het ontwerpen van grote brandcompartimenten kunnen voor wat betreft het veilig verlaten van het compartiment kunnen worden ontleend aan het TNO Bouw-rapport 96-CVB-R0330, delen 1 t.m. 4. De onderzoeksrapporten van PRC Bouwcentrum, nummer 6665, ‘Vluchten bij brand uit grote brandcompartimenten” en “Bepalingsmethode voor veilig vluchten” bevatten daarvan een vereenvoudigde samenvatting. Terzake van het beperken van de branduitbreiding kan het rapport van het ingenieurs/adviesbureau SAVE ‘Beheersbaarheid van brand; bouwstenen voor regelgeving’ van oktober 1995 worden gehanteerd als hulpmiddel.
Uitgangspunt bij dit voorschrift moet wel zijn dat toepassing van dit voorschrift er niet toe leidt dat hetgeen tot voor de inwerkingtreding van het Bouwbesluit gebruikelijk was en als voldoende veilig wordt ervaren, thans niet meer zou mogen. Uitgangspunt van het Bouwbesluit is slechts uniformering van voorschriften en niet zozeer aanscherping van voorschriften.
Artikel 2.203.
De uit het oogpunt van brandveiligheid gegeven voorschriften voor te bouwen niet tot bewoning bestemde gebouwen, waaraan naast de bestaande praktijk ook de bouwkundige aspecten van de Brandbeveiligingsconcepten, uitgegeven door het ministerie van Binnenlandse Zaken, Directie Brandweer en Rampenbestrijding, ten grondslag hebben gelegen, zijn gerelateerd aan brandcompartimenten met een gebruiksoppervlakte van in beginsel ten hoogste duizend vierkante meter. Het raadplegen van de hiervoor genoemde brandbeveiligingsconcepten is op zichzelf beschouwd aan te bevelen, doch de daarin vervatte bouwkundige aspecten mogen, nu in dit besluit prestatie-eisen zijn gegeven voor de verschillende gebouwfuncties, geen rol spelen bij de beoordeling van een bouwplan.
Op grond van deze paragraaf is het echter toegestaan dat een gebouw in een of meer brandcompartimenten wordt ingedeeld die groter zijn dan is bedoeld in paragraaf 2.13.1 - Beperking van uitbreiding van brand, nieuwbouw. Voor bestemmingen als bijvoorbeeld tentoonstellingshal of veilinghal kan zo’n grootte van meer dan 1.000 m2 noodzakelijk zijn. Het is daarbij niet noodzakelijk dat in zo’n geval een brandcompartiment beperkt blijft tot één gebruiksfunctie.
Het doel van de voorschriften is te bereiken dat deze grote brandcompartimenten zodanig zijn ingericht, dat zij een zelfde mate van brandveiligheid bieden als is gewaarborgd door de voorschriften voor brandcompartimenten die wel vallen binnen de in paragraaf 2.13.1 bedoelde maximummaten. De aanvrager van de bouwvergunning moet ten genoegen van burgemeester en wethouders aangeven welke voorzieningen zijn getroffen om hieraan te voldoen. Dit kan bijvoorbeeld betekenen dat er een sprinklerinstallatie wordt toegepast of een rook- en warmteafvoerinstallatie of een combinatie van beide. Het gaat er vooral om te voorkomen dat er bij brand een onbeheersbare situatie ontstaat, met name naar omliggende percelen, en om te garanderen dat men, indien er sprake is van een langere vluchtafstand, voldoende tijd heeft om het aansluitende terrein veilig te kunnen bereiken. Bouwstenen voor het ontwerpen van grote brandcompartimenten kunnen voor wat betreft het veilig verlaten van het compartiment kunnen worden ontleend aan het TNO Bouw-rapport 96-CVB-R0330, delen 1 t.m. 4. De onderzoeksrapporten van PRC Bouwcentrum, nummer 6665, ‘Vluchten bij brand uit grote brandcompartimenten” en “Bepalingsmethode voor veilig vluchten” bevatten daarvan een vereenvoudigde samenvatting. Terzake van het beperken van de branduitbreiding kan het rapport van het ingenieurs/adviesbureau SAVE ‘Beheersbaarheid van brand; bouwstenen voor regelgeving’ van oktober 1995 worden gehanteerd als hulpmiddel.
Uitgangspunt bij dit voorschrift moet wel zijn dat toepassing van dit voorschrift er niet toe leidt dat hetgeen tot voor de inwerkingtreding van het Bouwbesluit gebruikelijk was en als voldoende veilig wordt ervaren, thans niet meer zou mogen. Uitgangspunt van het Bouwbesluit is slechts uniformering van voorschriften en niet zozeer aanscherping van voorschriften.