Artikel 4.48.
De strekking van dit artikel, dat alleen op de woonfunctie betrekking heeft, is tweeledig. Allereerst waarborgt het dat een voorgeschreven badruimte binnen de woning of het woongebouw bereikbaar is, zodat bewoners op weg daarheen niet zijn blootgesteld aan weer en wind. Dit betekent dat de niet-gemeenschappelijke badruimte binnen de woning ligt en dat een gemeenschappelijke badruimte in een woongebouw bereikbaar moet zijn door een deur tussen de woning en die badruimte dan wel via een besloten, gemeenschappelijke verkeersroute.
Voorts is dit artikel erop gericht dat gemeenschappelijke badruimten van een woonfunctie binnen redelijke tijd te bereiken zijn. Hiertoe zijn er eisen gesteld aan verschillen in hoogteligging en afstand tussen deze badruimten en de erop aangewezen woonfuncties.
Het voorschrift van het vierde lid betekent feitelijk dat een gemeenschappelijke badruimte op dezelfde verdieping moet liggen als de daarop aangewezen woonfuncties, dan wel een verdieping hoger of lager.