Algemeen deel nota van toelichting Staatsblad 2013, 244
1.Inleiding
Aanleiding voor deze wijziging van het Bouwbesluit 2012 is de vaststelling van richtlijn 2010/31/EU van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 2010 betreffende de energieprestatie van gebouwen (herschikking). Deze herziene richtlijn energieprestatie gebouwen (hierna ook herziene EPBD) bevat een nadere uitwerking en aanscherping van de eerdere richtlijn van 16 december 2002 en heeft als oogmerk de energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving verder te stimuleren. De in deze herziene richtlijn geformuleerde Europese doelstellingen zijn mede richtinggevend voor het Plan van aanpak Energiebesparing Gebouwde omgeving dat in februari 2011 aan de Tweede Kamer is gezonden (Kamerstukken II 2010/2011, 30 196, nr. 131). Ter implementatie van deze richtlijn worden de Woningwet, het Besluit energieprestatie gebouwen en het Bouwbesluit 2012, alsmede de bijbehorende ministeriële regelingen gewijzigd. Ook zullen de indieningsvereisten zoals deze in de Regeling omgevingsrecht (Mor) zijn opgenomen aan bovenstaande worden aangepast. Met de wijziging van het Bouwbesluit 2012 worden de artikelen 7 (maatregelen bij ingrijpende renovatie) en 8 (eisen aan technische bouwsystemen) van deze richtlijn geïmplementeerd. Opgemerkt wordt dat hier sprake is van strikte implementatie. Met deze twee voorschriften wordt een substantiële bijdrage geleverd aan de energiebesparingsdoelstellingen zoals deze uit de herziene EPBD voortvloeien. In onderdeel 8 van dit algemeen deel is een transponerings-tabel opgenomen met een overzicht van de voor de implementatie van de herziene EPBD benodigde wijzigingen in de regelgeving. In de brief «Toezeggingen en moties bouwregelgeving, energiebesparing en brandveiligheid» van 16 mei 2013 (Kamerstukken II 2012/2013, 32 757, nr. 63) is meer concreet ingegaan op de plannen om de herziene EPBD verder te implementeren door middel van met name wijziging van het Besluit energieprestatie gebouwen en de Regeling energieprestatie gebouwen. Inwerkingtreding van dit wijzigingsbesluit is voorzien per 1 juli 2013.
2.Totstandkoming besluit
Het concept besluit is aan een aantal betrokken organisaties voorgelegd. Ook is het concept voorgelegd aan het Overlegplatform Bouwregelgeving. Waar nodig is het besluit naar aanleiding van de ontvangen reacties aangepast.
Code interbestuurlijke verhoudingen De Vereniging van Nederlandse Gemeenten heeft aangegeven geen bezwaren tegen het ontwerpbesluit te hebben nu dit niet gepaard gaat met nieuwe bestuurlijke lasten. Ambtelijk zijn enkele tekstaanpassingen voorgesteld, voor zover mogelijk zijn die in het ontwerp verwerkt.
3.Regeldruk
Algemeen Dit besluit leidt niet tot een significante wijziging van de regeldruk. Uit het rapport « Doorrekening administratieve en bestuurlijke lasten – Doorrekening van de effecten van wijzigingen in de regelgeving van het ministerie van BZK op de administratieve lasten voor bedrijven en burgers en de uitvoeringslasten voor overheden» (SIRA, 14 december 2012) blijkt dat de implementatie van de artikelen 7 en 8 van de herziene EPDB slechts zeer beperkte effecten heeft op de administratieve lasten voor bedrijven en burgers en de uitvoeringslasten voor overheden.
Nalevingskosten De zwaardere eisen bij ingrijpende renovatie van bestaande gebouwen zullen kunnen leiden tot een beperkte toename van inhoudelijke nalevingskosten (aanschafkosten). Dit wijzigingsbesluit heeft met name bedrijfseffecten voor de toeleve-rende industrie en isolatiebranche en eigenaren van commercieel vastgoed, zoals bijvoorbeeld institutionele beleggers. Wat betreft de ingrijpende renovatie als bedoeld in artikel 2 van de herziene richtlijn, uitgaande van circa 25.000 van dergelijke renovaties op jaarbasis zal de omzet voor de bouwnijverheid naar verwachting jaarlijks met circa € 10 miljoen toenemen. De verhoudingen binnen de interna-tionale markt worden hierdoor in principe niet gewijzigd omdat in de ons omringende landen als gevolg van de implementatie van de herziene EPBD soortgelijke effecten zullen optreden. Wat betreft de eisen aan technische bouwsystemen (artikel 8 van de herziene richtlijn), met dit besluit worden voor het eerst rendementseisen gesteld. Deze nieuwe eisen kunnen ook nieuwe lasten veroorzaken, deze lasten zouden dan worden veroorzaakt door de noodzaak om bij vervanging een installatie aan te schaffen met een bepaald rendement. De aanschaf van een dergelijke meer energiezuinige installatie zou extra kosten met zich mee kunnen brengen, maar dat hoeft niet.
Administratieve lasten Op basis van het hierboven genoemde rapport kan worden vastgesteld dat de implementatie van artikel 7 niet leidt tot een structurele toename van de administratieve lasten voor bedrijven en voor burgers. Hoewel de inhoudelijke eisen die aan een ingrijpende renovatie worden gesteld zwaarder zijn geworden, is er geen sprake van voor de beoordeling van de administratieve lasten relevante wijzigingen in de vergunningsaanvraag. Aan de implementatie van artikel 8 kleven geen administratieve lasten. Er is hier geen sprake van extra verplichtingen waarbij door bedrijven of burgers informatie moet worden geleverd aan de overheid. Er hoeft ook niet worden nagegaan of bestaande installaties voldoen aan het rendement.
Bestuurlijke lasten Voor de effecten op de bestuurlijke lasten van de implementatie van artikel 7 moet worden gekeken naar de beoordeling van vergunningsaan-vragen en de uitvoering van het toezicht. Hoewel de inhoudelijke eisen die aan een ingrijpende renovatie worden gesteld zwaarder zijn geworden, wordt de beoordeling van vergunningsaanvragen niet anders. De implementatie van artikel 8 leidt niet tot extra bestuurlijke lasten.
4.Bedrijfs- en milieueffecten
Bedrijfseffecten Dit besluit heeft met name effecten voor de toeleverende industrie, isolatiebranche en gebouweigenaren. Wat betreft de ingrijpende renovatie als bedoeld in artikel 2 van de herziene richtlijn, uitgaande van circa 25.000 van dergelijke renovaties op jaarbasis, en circa 30.000 bedrijven, gaat het op jaarbasis om ongeveer een renovatie per bedrijf. De omzet voor de bouwnijverheid zal daardoor naar verwachting jaarlijks met circa € 10 miljoen toenemen.
Milieueffecten De milieueffecten van dit besluit zijn positief. Mede op basis van het onderzoeksrapport nr.110068/ct/122547 van BuildDesk van 31 mei 2012 kan worden geconcludeerd dat de eisen van dit besluit goed haalbaar zijn. De voorschriften van dit besluit zullen naar verwachting bovendien leiden tot een verdere toename in de toepassing van energiebesparende maatregelen.
5.Uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid
Uit de standaardtoets op handhaafbaarheid, uitvoerbaarheid en fraudebestendigheid (HUF-toets) zijn geen opmerkingen gekomen.6.Notificatie
Het ontwerpbesluit is op 14 januari 2013 gemeld aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen (notificatienummer 2013/0028/NL) ter voldoening aan artikel 8, eerste lid, van Richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (PbEG L 204), zoals gewijzigd bij Richtlijn 98/48/EG van 20 juli 1998 (PbEG L 217) (notificatierichtlijn). De meeste bepalingen van dit besluit bevatten mogelijk technische voorschriften in de zin van deze richtlijn. Deze bepalingen zijn verenigbaar met het vrije verkeer van goederen; zij zijn evenredig en waar nodig voorzien van een gelijkwaardigheidsbepaling met het oog op de wederzijdse erkenning (zie artikel 1.3 van het Bouwbesluit 2012). Er is geen reactie van de Commissie ontvangen. Melding aan het Secretariaat van de Wereldhandelsorganisatie ingevolge artikel 2, negende lid, van de op 15 april 1994 te Marrakech tot stand gekomen Overeenkomst inzake technische handelsbelemmeringen (Trb. 1994, 235) heeft niet plaatsgevonden nu in casu geen sprake is van significante gevolgen voor de handel.7.Voorlichting en kennisoverdracht
De inwerkingtreding van dit besluit zal worden ondersteund door een uitgebreid communicatietraject. Met deze communicatie is tijdig gestart.8.Transponeringstabel
Richtlijn nr. 2010/31/EU van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 19 mei 2010 betreffende de energie-prestatie van gebouwen (PbEU L153/13)
Transponeringstabel | |
Bepaling in richtlijn 2010/31/EU | Bepaling in implementatieregelgeving of in bestaande regelgeving |
Artikel 1 Onderwerp | Bepaling hoeft uit zijn aard geen implementatie |
Artikel 2 Definities | Wijziging Bouwbesluit 2012 (in dit besluit opgenomen), wijziging Besluit energieprestatie gebouwen |
Artikel 3 Vaststelling methode voor berekening energieprestatie gebouwen | Reeds geïmplementeerd met artikel 5.2 van het Bouwbesluit 2012, wijziging van de Regeling energieprestatie gebouwen |
Artikel 4 Vaststelling minimumeisen voor de energieprestaties | Reeds geïmplementeerd met afdeling 5.1 van het Bouwbesluit 2012 |
Artikel 5 Berekening kostenoptimale niveaus v/d minimumeisen inzake energieprestatie | Bepaling hoeft uit zijn aard geen implementatie |
Artikel 6 Nieuwe gebouwen | Reeds geïmplementeerd met afdeling 5.1 van het Bouwbesluit 2012 |
Artikel 7 Ingrijpende renovatie bestaande gebouwen | Wijziging Bouwbesluit 2012 (in dit besluit opgenomen) |
Artikel 8 Technische bouwsystemen Eerste lid systeemeisen | Wijziging Bouwbesluit 2012 (in dit besluit opgenomen) |
Artikel 8, tweede lid Slimme meetsystemen | Reeds geïmplementeerd door de novelle wijziging wetsvoorstel verbetering marktmodel (32 374) en de novelle wijziging wetsvoorstel implementatie energie-efficiëntie (32 373) als gevolg van implementatie van richtlijn nr. 2006/32/EC over energie-efficiency en Energiediensten |
Artikel 9 Bijna-energieneutrale gebouwen | Wijziging Bouwbesluit 2012 |
Artikel 10 Financiële stimulansen en marktbelemmeringen | Bepaling hoeft uit zijn aard geen implementatie |
Artikel 11 Energieprestatiecertificaten Eerste tot en met vierde, zesde en zevende lid | Wijziging Besluit energieprestatie gebouwen, wijziging Regeling energieprestatie gebouwen |
Artikel 11, vijfde lid | Bepaling hoeft uit zijn aard geen implementatie |
Artikel 11, achtste lid | Wijziging Besluit energieprestatie gebouwen |
Artikel 11, negende lid | Behoeft uit zijn aard geen implementatie |
Artikel 12 Afgifte energieprestatie- certificaten | Wijze van implementatie wordt nog onderzocht |
Artikel 13 Afficheren van energieprestatiecertificaten | Wijze van implementatie wordt nog onderzocht |
Artikel 14 Keuring van verwarmingssystemen | Wordt niet omgezet in regelgeving. Er is gekozen voor de mogelijkheid van informatieverstrekking aan gebruikers |
Artikel 15 Keuring van airconditioningsystemen | Reeds geïmplementeerd in het Besluit energieprestatie gebouwen, wijziging Regeling energieprestatie gebouwen |
Artikel 16 Verslagen over keuring van verwarmings- en aircosystemen | Voor wat betreft de keuring van aircosystemen reeds geïmplementeerd in het Besluit energieprestatie gebouwen |
Artikel 17 Onafhankelijke deskundigen | Voor wat betreft de keuring van aircosystemen reeds geïmplementeerd in het Besluit energieprestatie gebouwen |
Artikel 18 Onafhankelijk controlesysteem (volgens bijlage II) | Reeds geïmplementeerd in het Besluit energieprestatie gebouwen |
Artikel 19 Evaluatie | Bepaling hoeft uit zijn aard geen implementatie |
Artikel 20 Informatie Eerste en tweede lid | Bepaling hoeft uit zijn aard geen implementatie |
Artikel 21 Raadpleging | Bepaling hoeft uit zijn aard geen implementatie |
Artikel 22 Aanpassing van bijlage I aan de technische vooruitgang | Bepaling hoeft uit zijn aard geen implementatie |
Artikel 23 Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie | Bepaling hoeft uit zijn aard geen implementatie |
Artikel 24 Intrekking van de delegatie | Bepaling hoeft uit zijn aard geen implementatie |
Artikel 25 Bezwaren tegen gedelegeerde handelingen | Bepaling hoeft uit zijn aard geen implementatie |
Artikel 26 Comitéprocedure | Bepaling hoeft uit zijn aard geen implementatie |
Artikel 27 Sancties | Wijze van implementatie wordt onderzocht |
Artikel 28 Omzetting | Er wordt aan gewerkt om zo spoedig mogelijk een volledige omzetting te realiseren |