Algemeen deel bij de nota van toelichting Stb 2018, 197
1.Inleiding
Met deze wijziging van het Bouwbesluit 2012 wordt artikel 6.10, tweede lid, technisch afgestemd op artikel 10 van de Gaswet zoals dit luidt na inwerkingtreding van de wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en van de Gaswet (voortgang energietransitie).
Artikel 10 van de Gaswet bevat de verplichting van de netbeheerder om zogenoemde kleinverbruikers of grootverbruikers van gas te voorzien van een aansluiting op het gastransportnet als zij daarom verzoeken. Een grootverbruiker is een verbruiker van gas met een aansluiting met een doorlaatwaarde groter dan 40 m3(n) per uur. Een kleinverbruiker is een verbruiker van gas met een aansluiting met een doorlaatwaarde van ten hoogste 40 m3(n) per uur. Met het oog op de transitie naar een CO2-arme energie- en warmtevoorziening zijn met genoemde wetswijziging op de plicht om zogenoemde kleinverbruikers aan te sluiten twee nieuwe uitzonderingen. In de eerste plaats vervalt de aansluitplicht voor deze categorie verbruikers bij nieuwe bouwwerken. Hierop bestaat slechts een uitzondering, namelijk als het te bouwen bouwwerk ligt in een gebied dat door burgemeester en wethouders is aangewezen als gebied waar aansluiting op het gastransportnet om zwaarwegende redenen van algemeen belang toch noodzakelijk is. In de tweede plaats mag de netbeheerder niet meer in een aansluiting op het gastransportnet voorzien in gebieden waar een andere energie-infrastructuur aanwezig of gepland is, die in de verwachte warmtebehoefte kan voorzien, zoals een warmtenet. Dergelijke gebieden worden door burgemeester en wethouders aangewezen.
De voorliggende wijziging van artikel 6.10, tweede lid, zorgt ervoor dat de bestaande verplichting in het Bouwbesluit 2012 om een voorziening voor gas aan te sluiten op een gasdistributienet wordt beperkt tot die gevallen, waarin ook de netbeheerder een taak heeft om in een aansluiting te voorzien voor grootverbruikers of kleinverbruikers. Met voorliggende wijziging is er geen verplichting tot aansluiting op het net meer wanneer de netbeheerder op grond van de Gaswet ook geen taak heeft bij het voorzien in die aansluiting. Met de wijziging van artikel 6.10, tweede lid, gelden aldus voor de gebouweigenaar op grond van het Bouwbesluit 2012 precies dezelfde uitzonderingen op de verplichte aansluiting op het gastransportnet als op grond van artikel 10 van de Gaswet voor de netbeheerder gelden.
Met deze wijziging wordt voorkomen dat het Bouwbesluit 2012 tot aansluiting op het gastransportnet verplicht, terwijl de Gaswet die zelfde aansluiting in het kader van de energietransitie juist tegen gaat.
Op het aansluiten op het gastransportnet van te bouwen bouwwerken waarvoor de aanvraag om vergunning voor het bouwen is ingediend voordat de wijzigingen van de Gaswet en het Bouwbesluit 2012 in werking treden, blijft het oude recht van de Gaswet en het Bouwbesluit 2012 van toepassing. Voor de Gaswet volgt dit uit het overgangsrecht in artikel XVa van de wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en van de Gaswet (voortgang energietransitie). Voor het Bouwbesluit volgt dit uit het algemene overgangsrecht van artikel 9.1.
2.Procedure en Inspraak
Het concept van dit wijzigingsbesluit is zoals gebruikelijk bij wijzigingen van het Bouwbesluit 2012 voorgelegd aan de Juridisch Technische Commissie (JTC) van het Overlegplatform Bouwregelgeving (OPB). De leden van de JTC kunnen zich in het algemeen goed vinden in deze wijziging van het Bouwbesluit 2012, zij vragen daarbij wel aandacht voor voldoende voorbereidingstijd voor het bouwbedrijfsleven. Om hieraan tegemoet te komen wordt in de nog op te stellen ministeriële regeling onder de Gaswet een invulling gegeven voor die gevallen waarin aansluiting op het gastransportnet om zwaarwegende redenen van algemeen belang noodzakelijk is. Deze invulling biedt daarmee ook ruimte voor specifiek overgangsrecht. Daarnaast is op grond van het algemene overgangsrecht van artikel 9 van het Bouwbesluit 2012 het oude recht van toepassing op vergunningaanvragen die zijn ingediend voor inwerkingtreding van dit besluit. De Adviescommissie Toetsing Regeldruk (ATR) heeft geadviseerd een internetconsultatie te doen. Dit advies is niet overgenomen omdat het concept van dit besluit via de JTC aan het bouwbedrijfsleven is voorgelegd en internetconsultatie in dit specifieke geval, gelet op de directe relatie met de wijziging van de wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en van de Gaswet (voortgang energietransitie), die door beide Kamers is aanvaard, weinig toegevoegde waarde zou hebben.
3.Code interbestuurlijke verhoudingen
Het ontwerpbesluit is voorgelegd aan de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) in het kader van de formele adviesbevoegdheid als bedoeld in de Code interbestuurlijke verhoudingen. De VNG stemt met deze wijziging in.
4.Regeldruk
Met deze wijziging van het Bouwbesluit 2012 is geen sprake van een zelfstandige toename van de regeldruk omdat deze wijziging rechtstreeks voortvloeit uit de hierboven genoemde wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en van de Gaswet (voortgang energietransitie). De ATR constateert in zijn advies dat nut en noodzaak van de wijziging voldoende zijn onderbouwd, dat gelet op de aard en de inhoud van de wijziging is gekozen voor het minst belastende alternatief, en dat het wegnemen van de inconsistenties tussen Gaswet en Bouwbesluit cruciaal is. De ATR acht een snelle inwerkingtreding echter niet zonder risico omdat partijen zo maar weinig tijd en ruimte krijgen om zich inhoudelijk en procesmatig voor te bereiden op de gevolgen van de nieuwe bepalingen. Aan dit bezwaar wordt tegemoet gekomen met de in onderdeel 2 genoemde ministeriële regeling onder de Gaswet. Overeenkomstig het advies van de ATR wordt die regeling in overleg met de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties opgesteld. Het advies van de ATR om de regeldruk gevolgen van het niet langer aansluiten op het gastransportnet alsnog in kaart te brengen, is niet overgenomen. De onderhavige wetswijziging is tenslotte een gevolg van een amendement dat inmiddels onderdeel uitmaakt van een wetsvoorstel dat door beide Kamers is aanvaard1.
1 Kamerstukken II 2017/2018, 34 627, nr. 39 (Gewijzigd amendement van het lid Jetten c.s. behorende bij de wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en van de Gaswet (voortgang energietransitie)).