Algemeen deel van de Nota van toelichting van Stb. 2022, 360
1Inleiding
In dit besluit zijn enkele wijzigingen in het Besluit bouwwerken leefomgeving (hierna: Bbl) aangebracht ten aanzien van de brandveiligheidseisen met betrekking tot parkeergarages en de normen voor daglicht in gebouwen. De brandveiligheidseisen met betrekking tot parkeergarages zijn aangepast, opdat zij beter afgestemd zijn op de kwaliteiten van moderne auto’s, waaronder veelvuldig kunststofgebruik en gebruik van alternatieve energievoorzieningen. Daarnaast zijn de normen voor daglicht in gebouwen aangepast aan de nieuwe Europese norm NEN-EN 17037. Tot slot zijn enkele technische wijzigingen in dit besluit meegenomen. Hierna volgt een verdere inhoudelijke behandeling per onderwerp.
2De verbetering van brandveiligheid van parkeergarages
Dit betreft het BBL.
3Afstemming eisen voor daglicht op Europese bepalingsmethode
Dit betreft het BBL.
4Overige wijzigingen in dit besluit
Naast de in de paragrafen 2 en 3 toegelichte wijzigingen bevat dit besluit ook een aantal andere wijzigingen. Dit betreffen technische wijzigingen die onvolkomenheden herstellen, met name met het oog op een goede werking van het stelsel Omgevingswet. Drie wijzigingen worden hieronder apart toegelicht, te weten:
-
Herstel handhavingsbevoegd gezag energielabels en aircokeuringen
-
Correctie label C-verplichting kantoren
-
Inwerkingtreding certificatie-eis CO-stelsel bij KB
De in artikel 5.11 Bouwbesluit 2012 en artikel 3.87 van het Bbl opgenomen labelverplichting voor kantoren houdt een verbod in om vanaf 1 januari 2023 een kantoorgebouw in gebruik te nemen of te gebruiken zonder een geldig energielabel met een maximumwaarde voor primair fossiel energiegebruik van 225 kWh/m2 per jaar, bepaald volgens NTA 8800. Hierover is altijd gecommuniceerd als zijnde de «label C-verplichting voor kantoorgebouwen», omdat 225 kWh per m2 per jaar overeen zou komen met de energielabelletter C voor kantoorfuncties. Met de per 1 januari 2021 in gebruik genomen bepalingsmethode NTA 8800 blijkt dit echter niet in alle gevallen zo te zijn. Voor gebouwen met meerdere gebruiksfuncties blijkt met de invoering van de bepalingsmethode NTA 8800 de eis van 225 kWh/m2 per jaar in veel gevallen te leiden tot een strengere eis dan een energielabelletter C, bijvoorbeeld tot een letter B of zelfs A. In een voorbeeldgebouw met 60% kantoorfunctie en 40% winkelfunctie is de maximumwaarde voor energielabel C voor de kantoorfunctie 225 kWh/m2 per jaar en voor de winkelfunctie 355 kWh/m² per jaar, wat resulteert in een maximumwaarde voor label C voor het voorbeeldgebouw van 277 kWh/m2 per jaar. Door de maximumwaarde voor dit gebouw op 225 kWh/m2 per jaar te stellen, wordt dus een strengere eis gesteld dan energielabel C.
Het was echter altijd de bedoeling een eis te stellen die overeenkwam met de energielabelletter C voor kantoorgebouwen. Het is onwenselijk als gebouweigenaren na 1 januari 2023 geconfronteerd worden met een strengere eis dan energielabelletter C. Met de onderhavige wijziging is daarom aan artikel 5.11, eerste lid, van het Bouwbesluit 2012 en artikel 3.87, eerste lid, van het Bbl toegevoegd dat ook een energielabel met de letter C of beter volstaat. In die bepalingen blijft de maximumwaarde in kWh/m2 per jaar staan. Zowel het hebben van een energielabel met een maximumwaarde van 225 kWh/m2 per jaar als het hebben van een energielabel met een letter C of beter volstaat dus.
5Verhouding tot ander nationaal recht
De Omgevingswet is de grondslag voor de meeste wijzigingen in deze AMvB. De wijzigingen van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet (artikel III) vinden hun grondslag in de Crisis- en herstelwet.
6Financiële gevolgen en gevolgen regeldruk
Daar is geen onderzoek naar gedaan.
7Toezicht en handhaving
Het toezicht op en de handhaving van de betreffende eisen uit het Bbl worden primair uitgevoerd door de gemeente. Zij beschikken hiertoe over de bestuursrechtelijke handhavingsbevoegdheden zoals opgenomen in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, Omgevingswet en Algemene wet bestuursrecht.
Dit wijzigingsbesluit voegt geen nieuw taken of verantwoordelijkheden toe aan het takenpakket van de gemeenten. Gemeenten hebben beleidsruimte met betrekking tot de wijze waarop zij invulling geven aan het toezicht en de handhaving van de eisen uit het Bbl. Dit geldt ook voor de in dit wijzigingsbesluit opgenomen nieuwe of gewijzigde eisen.
8Inwerkingtreding en overgangsrecht
Het besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld. Inwerkingtreding van de wijzigingen aangaande de brandveiligheid van parkeergarages is voorzien voor 1 juli 2023. Het tijdstip van inwerkingtreding van de aanpassing rondom de normen voor daglicht wordt nader bepaald.
Alleen artikel III en artikel IV treden in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij worden geplaatst. Artikel III wijzigt het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet, dat op het moment van inwerkingtreding van de Omgevingswet wordt ingetrokken. Deze wijzigingen dienen daarom vóór inwerkingtreding van de Omgevingswet in werking te treden.
De correctie in de label C-verplichting voor kantoren wordt zowel in het Bouwbesluit 2012 als in het Bbl doorgevoerd. De wijziging in het Bouwbesluit 2012 (artikel IV) treedt ook de dag na publicatie van dit besluit in werking.
De overige wijzigingen dienen uiterlijk gelijktijdig met de inwerkingtreding van de Omgevingswet in werking te treden.
9Advies en consultatie
Deze wijziging van het Bouwbesluit 2012 is aan geen enkel adviescollege voor advies voorgelegd.