Bouwbesluit Online 2012


§ 2.18.2. Bestaande bouw

Artikel 2.160.

De basis is voor bestaande bouw gelijk aan die voor de nieuwbouw. De specifieke eisen zijn echter lager gesteld of vanwege het feit dat deze in het verleden niet zijn gesteld achterwege gelaten om recht te doen aan meergenoemde principe van verworven rechten. Het niveau van deze voorschriften kan op zich zelf beschouwd uit het oogpunt van brandveiligheid nog juist als ondergrens worden geaccepteerd, zoals is uitgelegd in het algemeen deel van de toelichting.

Bij de voorschriften die gelden voor het mogen volstaan met één rookvrije vluchtroute of één brand en rookvrije vluchtroute is, zoals in het algemeen van deze toelichting uitgelegd, uitgegaan van de laagste waarde van de klasse van de bezettingsgraad die bij een (sub)gebruiksfunctie kan voorkomen. Is er echter in de praktijk in een bestaand gebouw sprake van een hogere bezettingsgraad dan zal de grenswaarde dienovereenkomstig moeten worden aangepast. Daarbij moet worden uitgegaan van:

a.Voor één rookvrije vluchtroute: B1:60 m², B2:150 m², B3:281,25 (afgerond 300) m², B4: 675 m² en B5:1400 m². Daarbij is niet langer uitgegaan van de uitgangspunten van de Algemene richtlijnen voor ontruiming en redding (AROR), maar van 50 personen op één rookvrije vluchtroute bij B1 en B2, van 37,5 personen bij B3 en B4 en 31,25 personen bij B5. Dit alles gebaseerd op de rekenwaarde van de klasse van de bezettingsgraad.
b.Voor één brand en rookvrije vluchtroute: B1:240 m², B2:600 m², B3:1125 m², B4: 2700 m² en B5:5600 m². Daarbij is niet langer uitgegaan van de uitgangspunten van de Algemene richtlijnen voor ontruiming en redding (AROR), maar van 200 personen op één brand- en rookvrije vluchtroute bij B1 en B2, van 150 personen bij B3 en B4 en 125 personen bij B5. Dit alles gebaseerd op de rekenwaarde van de klasse van de bezettingsgraad.

Niet is voorzien in de mogelijkheid dat twee of meer gedeelten met een verschillende klasse van de bezettingsgraad van dezelfde rookvrije vluchtroute gebruikmaken. De achtergrondregel is daarbij maximaal 50 personen bij B1 en B2, 37,5 personen bij B3 en B4 en 31, 25 personen bij B5, uitgaande van de rekenwaarde van de klasse van de bezettingsgraad. Dit leidt er toe dat twee rookvrije vluchtroutes van een of meer niet tot bewoning bestemde gebruiksfuncties mogen samenvallen indien:

Afbeelding

waarin:

A GO;Bn is de gebruiksoppervlakte, in m², die op de desbetreffende samenvallende rookvrije vluchtroutes is aangewezen bij een bezettingsgraadklasse B1, B2, B3, B4 respectievelijk B5.

Evenmin is voorzien in de mogelijkheid dat twee of meer gedeelten met een verschillende klasse van de bezettingsgraad van dezelfde brand- en rookvrije vluchtroute gebruikmaken. De achtergrondregel is daarbij maximaal 200 personen bij B1 en B2, 150 personen bij B3 en B4 en 125 personen bij B5, uitgaande van de rekenwaarde van de klasse van de bezettingsgraad.

Twee brand en rookvrije vluchtroutes van alle niet tot bewoning bestemde gebruiksfuncties mogen samenvallen, met uitzondering van het deel van een logiesgebouw of van een logiesfunctie met een gebruiksoppervlakte > 1000 m², indien:

Afbeelding

waarin:

A GO;Bn is de gebruiksoppervlakte, in m², die op de desbetreffende samenvallende rookvrije vluchtroutes is aangewezen bij een bezettingsgraadklasse B1, B2, B3, B4 respectievelijk B5.

Voor het overige is de toelichting van paragraaf 2.18.1 van overeenkomstige toepassing.

Artikel 2.161.

De basis is voor bestaande bouw gelijk aan die voor de nieuwbouw. De specifieke eisen zijn echter lager gesteld of vanwege het feit dat deze in het verleden niet zijn gesteld achterwege gelaten om recht te doen aan meergenoemde principe van verworven rechten. Het niveau van deze voorschriften kan op zich zelf beschouwd uit het oogpunt van brandveiligheid nog juist als ondergrens worden geaccepteerd, zoals is uitgelegd in het algemeen deel van de toelichting.

Bij de voorschriften die gelden voor het mogen volstaan met één rookvrije vluchtroute of één brand en rookvrije vluchtroute is, zoals in het algemeen van deze toelichting uitgelegd, uitgegaan van de laagste waarde van de klasse van de bezettingsgraad die bij een (sub)gebruiksfunctie kan voorkomen. Is er echter in de praktijk in een bestaand gebouw sprake van een hogere bezettingsgraad dan zal de grenswaarde dienovereenkomstig moeten worden aangepast. Daarbij moet worden uitgegaan van:

a.Voor één rookvrije vluchtroute: B1:60 m², B2:150 m², B3:281,25 (afgerond 300) m², B4: 675 m² en B5:1400 m². Daarbij is niet langer uitgegaan van de uitgangspunten van de Algemene richtlijnen voor ontruiming en redding (AROR), maar van 50 personen op één rookvrije vluchtroute bij B1 en B2, van 37,5 personen bij B3 en B4 en 31,25 personen bij B5. Dit alles gebaseerd op de rekenwaarde van de klasse van de bezettingsgraad.
b.Voor één brand en rookvrije vluchtroute: B1:240 m², B2:600 m², B3:1125 m², B4: 2700 m² en B5:5600 m². Daarbij is niet langer uitgegaan van de uitgangspunten van de Algemene richtlijnen voor ontruiming en redding (AROR), maar van 200 personen op één brand- en rookvrije vluchtroute bij B1 en B2, van 150 personen bij B3 en B4 en 125 personen bij B5. Dit alles gebaseerd op de rekenwaarde van de klasse van de bezettingsgraad.

Niet is voorzien in de mogelijkheid dat twee of meer gedeelten met een verschillende klasse van de bezettingsgraad van dezelfde rookvrije vluchtroute gebruikmaken. De achtergrondregel is daarbij maximaal 50 personen bij B1 en B2, 37,5 personen bij B3 en B4 en 31, 25 personen bij B5, uitgaande van de rekenwaarde van de klasse van de bezettingsgraad. Dit leidt er toe dat twee rookvrije vluchtroutes van een of meer niet tot bewoning bestemde gebruiksfuncties mogen samenvallen indien:

Afbeelding

waarin:

A GO;Bn is de gebruiksoppervlakte, in m², die op de desbetreffende samenvallende rookvrije vluchtroutes is aangewezen bij een bezettingsgraadklasse B1, B2, B3, B4 respectievelijk B5.

Evenmin is voorzien in de mogelijkheid dat twee of meer gedeelten met een verschillende klasse van de bezettingsgraad van dezelfde brand- en rookvrije vluchtroute gebruikmaken. De achtergrondregel is daarbij maximaal 200 personen bij B1 en B2, 150 personen bij B3 en B4 en 125 personen bij B5, uitgaande van de rekenwaarde van de klasse van de bezettingsgraad.

Twee brand en rookvrije vluchtroutes van alle niet tot bewoning bestemde gebruiksfuncties mogen samenvallen, met uitzondering van het deel van een logiesgebouw of van een logiesfunctie met een gebruiksoppervlakte > 1000 m², indien:

Afbeelding

waarin:

A GO;Bn is de gebruiksoppervlakte, in m², die op de desbetreffende samenvallende rookvrije vluchtroutes is aangewezen bij een bezettingsgraadklasse B1, B2, B3, B4 respectievelijk B5.

Voor het overige is de toelichting van paragraaf 2.18.1 van overeenkomstige toepassing.

Artikel 2.162.

De basis is voor bestaande bouw gelijk aan die voor de nieuwbouw. De specifieke eisen zijn echter lager gesteld of vanwege het feit dat deze in het verleden niet zijn gesteld achterwege gelaten om recht te doen aan meergenoemde principe van verworven rechten. Het niveau van deze voorschriften kan op zich zelf beschouwd uit het oogpunt van brandveiligheid nog juist als ondergrens worden geaccepteerd, zoals is uitgelegd in het algemeen deel van de toelichting.

Bij de voorschriften die gelden voor het mogen volstaan met één rookvrije vluchtroute of één brand en rookvrije vluchtroute is, zoals in het algemeen van deze toelichting uitgelegd, uitgegaan van de laagste waarde van de klasse van de bezettingsgraad die bij een (sub)gebruiksfunctie kan voorkomen. Is er echter in de praktijk in een bestaand gebouw sprake van een hogere bezettingsgraad dan zal de grenswaarde dienovereenkomstig moeten worden aangepast. Daarbij moet worden uitgegaan van:

a.Voor één rookvrije vluchtroute: B1:60 m², B2:150 m², B3:281,25 (afgerond 300) m², B4: 675 m² en B5:1400 m². Daarbij is niet langer uitgegaan van de uitgangspunten van de Algemene richtlijnen voor ontruiming en redding (AROR), maar van 50 personen op één rookvrije vluchtroute bij B1 en B2, van 37,5 personen bij B3 en B4 en 31,25 personen bij B5. Dit alles gebaseerd op de rekenwaarde van de klasse van de bezettingsgraad.
b.Voor één brand en rookvrije vluchtroute: B1:240 m², B2:600 m², B3:1125 m², B4: 2700 m² en B5:5600 m². Daarbij is niet langer uitgegaan van de uitgangspunten van de Algemene richtlijnen voor ontruiming en redding (AROR), maar van 200 personen op één brand- en rookvrije vluchtroute bij B1 en B2, van 150 personen bij B3 en B4 en 125 personen bij B5. Dit alles gebaseerd op de rekenwaarde van de klasse van de bezettingsgraad.

Niet is voorzien in de mogelijkheid dat twee of meer gedeelten met een verschillende klasse van de bezettingsgraad van dezelfde rookvrije vluchtroute gebruikmaken. De achtergrondregel is daarbij maximaal 50 personen bij B1 en B2, 37,5 personen bij B3 en B4 en 31, 25 personen bij B5, uitgaande van de rekenwaarde van de klasse van de bezettingsgraad. Dit leidt er toe dat twee rookvrije vluchtroutes van een of meer niet tot bewoning bestemde gebruiksfuncties mogen samenvallen indien:

Afbeelding

waarin:

A GO;Bn is de gebruiksoppervlakte, in m², die op de desbetreffende samenvallende rookvrije vluchtroutes is aangewezen bij een bezettingsgraadklasse B1, B2, B3, B4 respectievelijk B5.

Evenmin is voorzien in de mogelijkheid dat twee of meer gedeelten met een verschillende klasse van de bezettingsgraad van dezelfde brand- en rookvrije vluchtroute gebruikmaken. De achtergrondregel is daarbij maximaal 200 personen bij B1 en B2, 150 personen bij B3 en B4 en 125 personen bij B5, uitgaande van de rekenwaarde van de klasse van de bezettingsgraad.

Twee brand en rookvrije vluchtroutes van alle niet tot bewoning bestemde gebruiksfuncties mogen samenvallen, met uitzondering van het deel van een logiesgebouw of van een logiesfunctie met een gebruiksoppervlakte > 1000 m², indien:

Afbeelding

waarin:

A GO;Bn is de gebruiksoppervlakte, in m², die op de desbetreffende samenvallende rookvrije vluchtroutes is aangewezen bij een bezettingsgraadklasse B1, B2, B3, B4 respectievelijk B5.

Voor het overige is de toelichting van paragraaf 2.18.1 van overeenkomstige toepassing.

Artikel 2.163.

De basis is voor bestaande bouw gelijk aan die voor de nieuwbouw. De specifieke eisen zijn echter lager gesteld of vanwege het feit dat deze in het verleden niet zijn gesteld achterwege gelaten om recht te doen aan meergenoemde principe van verworven rechten. Het niveau van deze voorschriften kan op zich zelf beschouwd uit het oogpunt van brandveiligheid nog juist als ondergrens worden geaccepteerd, zoals is uitgelegd in het algemeen deel van de toelichting.

Bij de voorschriften die gelden voor het mogen volstaan met één rookvrije vluchtroute of één brand en rookvrije vluchtroute is, zoals in het algemeen van deze toelichting uitgelegd, uitgegaan van de laagste waarde van de klasse van de bezettingsgraad die bij een (sub)gebruiksfunctie kan voorkomen. Is er echter in de praktijk in een bestaand gebouw sprake van een hogere bezettingsgraad dan zal de grenswaarde dienovereenkomstig moeten worden aangepast. Daarbij moet worden uitgegaan van:

a.Voor één rookvrije vluchtroute: B1:60 m², B2:150 m², B3:281,25 (afgerond 300) m², B4: 675 m² en B5:1400 m². Daarbij is niet langer uitgegaan van de uitgangspunten van de Algemene richtlijnen voor ontruiming en redding (AROR), maar van 50 personen op één rookvrije vluchtroute bij B1 en B2, van 37,5 personen bij B3 en B4 en 31,25 personen bij B5. Dit alles gebaseerd op de rekenwaarde van de klasse van de bezettingsgraad.
b.Voor één brand en rookvrije vluchtroute: B1:240 m², B2:600 m², B3:1125 m², B4: 2700 m² en B5:5600 m². Daarbij is niet langer uitgegaan van de uitgangspunten van de Algemene richtlijnen voor ontruiming en redding (AROR), maar van 200 personen op één brand- en rookvrije vluchtroute bij B1 en B2, van 150 personen bij B3 en B4 en 125 personen bij B5. Dit alles gebaseerd op de rekenwaarde van de klasse van de bezettingsgraad.

Niet is voorzien in de mogelijkheid dat twee of meer gedeelten met een verschillende klasse van de bezettingsgraad van dezelfde rookvrije vluchtroute gebruikmaken. De achtergrondregel is daarbij maximaal 50 personen bij B1 en B2, 37,5 personen bij B3 en B4 en 31, 25 personen bij B5, uitgaande van de rekenwaarde van de klasse van de bezettingsgraad. Dit leidt er toe dat twee rookvrije vluchtroutes van een of meer niet tot bewoning bestemde gebruiksfuncties mogen samenvallen indien:

Afbeelding

waarin:

A GO;Bn is de gebruiksoppervlakte, in m², die op de desbetreffende samenvallende rookvrije vluchtroutes is aangewezen bij een bezettingsgraadklasse B1, B2, B3, B4 respectievelijk B5.

Evenmin is voorzien in de mogelijkheid dat twee of meer gedeelten met een verschillende klasse van de bezettingsgraad van dezelfde brand- en rookvrije vluchtroute gebruikmaken. De achtergrondregel is daarbij maximaal 200 personen bij B1 en B2, 150 personen bij B3 en B4 en 125 personen bij B5, uitgaande van de rekenwaarde van de klasse van de bezettingsgraad.

Twee brand en rookvrije vluchtroutes van alle niet tot bewoning bestemde gebruiksfuncties mogen samenvallen, met uitzondering van het deel van een logiesgebouw of van een logiesfunctie met een gebruiksoppervlakte > 1000 m², indien:

Afbeelding

waarin:

A GO;Bn is de gebruiksoppervlakte, in m², die op de desbetreffende samenvallende rookvrije vluchtroutes is aangewezen bij een bezettingsgraadklasse B1, B2, B3, B4 respectievelijk B5.

Voor het overige is de toelichting van paragraaf 2.18.1 van overeenkomstige toepassing.

Artikel 2.164.

De basis is voor bestaande bouw gelijk aan die voor de nieuwbouw. De specifieke eisen zijn echter lager gesteld of vanwege het feit dat deze in het verleden niet zijn gesteld achterwege gelaten om recht te doen aan meergenoemde principe van verworven rechten. Het niveau van deze voorschriften kan op zich zelf beschouwd uit het oogpunt van brandveiligheid nog juist als ondergrens worden geaccepteerd, zoals is uitgelegd in het algemeen deel van de toelichting.

Bij de voorschriften die gelden voor het mogen volstaan met één rookvrije vluchtroute of één brand en rookvrije vluchtroute is, zoals in het algemeen van deze toelichting uitgelegd, uitgegaan van de laagste waarde van de klasse van de bezettingsgraad die bij een (sub)gebruiksfunctie kan voorkomen. Is er echter in de praktijk in een bestaand gebouw sprake van een hogere bezettingsgraad dan zal de grenswaarde dienovereenkomstig moeten worden aangepast. Daarbij moet worden uitgegaan van:

a.Voor één rookvrije vluchtroute: B1:60 m², B2:150 m², B3:281,25 (afgerond 300) m², B4: 675 m² en B5:1400 m². Daarbij is niet langer uitgegaan van de uitgangspunten van de Algemene richtlijnen voor ontruiming en redding (AROR), maar van 50 personen op één rookvrije vluchtroute bij B1 en B2, van 37,5 personen bij B3 en B4 en 31,25 personen bij B5. Dit alles gebaseerd op de rekenwaarde van de klasse van de bezettingsgraad.
b.Voor één brand en rookvrije vluchtroute: B1:240 m², B2:600 m², B3:1125 m², B4: 2700 m² en B5:5600 m². Daarbij is niet langer uitgegaan van de uitgangspunten van de Algemene richtlijnen voor ontruiming en redding (AROR), maar van 200 personen op één brand- en rookvrije vluchtroute bij B1 en B2, van 150 personen bij B3 en B4 en 125 personen bij B5. Dit alles gebaseerd op de rekenwaarde van de klasse van de bezettingsgraad.

Niet is voorzien in de mogelijkheid dat twee of meer gedeelten met een verschillende klasse van de bezettingsgraad van dezelfde rookvrije vluchtroute gebruikmaken. De achtergrondregel is daarbij maximaal 50 personen bij B1 en B2, 37,5 personen bij B3 en B4 en 31, 25 personen bij B5, uitgaande van de rekenwaarde van de klasse van de bezettingsgraad. Dit leidt er toe dat twee rookvrije vluchtroutes van een of meer niet tot bewoning bestemde gebruiksfuncties mogen samenvallen indien:

Afbeelding

waarin:

A GO;Bn is de gebruiksoppervlakte, in m², die op de desbetreffende samenvallende rookvrije vluchtroutes is aangewezen bij een bezettingsgraadklasse B1, B2, B3, B4 respectievelijk B5.

Evenmin is voorzien in de mogelijkheid dat twee of meer gedeelten met een verschillende klasse van de bezettingsgraad van dezelfde brand- en rookvrije vluchtroute gebruikmaken. De achtergrondregel is daarbij maximaal 200 personen bij B1 en B2, 150 personen bij B3 en B4 en 125 personen bij B5, uitgaande van de rekenwaarde van de klasse van de bezettingsgraad.

Twee brand en rookvrije vluchtroutes van alle niet tot bewoning bestemde gebruiksfuncties mogen samenvallen, met uitzondering van het deel van een logiesgebouw of van een logiesfunctie met een gebruiksoppervlakte > 1000 m², indien:

Afbeelding

waarin:

A GO;Bn is de gebruiksoppervlakte, in m², die op de desbetreffende samenvallende rookvrije vluchtroutes is aangewezen bij een bezettingsgraadklasse B1, B2, B3, B4 respectievelijk B5.

Voor het overige is de toelichting van paragraaf 2.18.1 van overeenkomstige toepassing.

Artikel 2.165.

De basis is voor bestaande bouw gelijk aan die voor de nieuwbouw. De specifieke eisen zijn echter lager gesteld of vanwege het feit dat deze in het verleden niet zijn gesteld achterwege gelaten om recht te doen aan meergenoemde principe van verworven rechten. Het niveau van deze voorschriften kan op zich zelf beschouwd uit het oogpunt van brandveiligheid nog juist als ondergrens worden geaccepteerd, zoals is uitgelegd in het algemeen deel van de toelichting.

Bij de voorschriften die gelden voor het mogen volstaan met één rookvrije vluchtroute of één brand en rookvrije vluchtroute is, zoals in het algemeen van deze toelichting uitgelegd, uitgegaan van de laagste waarde van de klasse van de bezettingsgraad die bij een (sub)gebruiksfunctie kan voorkomen. Is er echter in de praktijk in een bestaand gebouw sprake van een hogere bezettingsgraad dan zal de grenswaarde dienovereenkomstig moeten worden aangepast. Daarbij moet worden uitgegaan van:

a.Voor één rookvrije vluchtroute: B1:60 m², B2:150 m², B3:281,25 (afgerond 300) m², B4: 675 m² en B5:1400 m². Daarbij is niet langer uitgegaan van de uitgangspunten van de Algemene richtlijnen voor ontruiming en redding (AROR), maar van 50 personen op één rookvrije vluchtroute bij B1 en B2, van 37,5 personen bij B3 en B4 en 31,25 personen bij B5. Dit alles gebaseerd op de rekenwaarde van de klasse van de bezettingsgraad.
b.Voor één brand en rookvrije vluchtroute: B1:240 m², B2:600 m², B3:1125 m², B4: 2700 m² en B5:5600 m². Daarbij is niet langer uitgegaan van de uitgangspunten van de Algemene richtlijnen voor ontruiming en redding (AROR), maar van 200 personen op één brand- en rookvrije vluchtroute bij B1 en B2, van 150 personen bij B3 en B4 en 125 personen bij B5. Dit alles gebaseerd op de rekenwaarde van de klasse van de bezettingsgraad.

Niet is voorzien in de mogelijkheid dat twee of meer gedeelten met een verschillende klasse van de bezettingsgraad van dezelfde rookvrije vluchtroute gebruikmaken. De achtergrondregel is daarbij maximaal 50 personen bij B1 en B2, 37,5 personen bij B3 en B4 en 31, 25 personen bij B5, uitgaande van de rekenwaarde van de klasse van de bezettingsgraad. Dit leidt er toe dat twee rookvrije vluchtroutes van een of meer niet tot bewoning bestemde gebruiksfuncties mogen samenvallen indien:

Afbeelding

waarin:

A GO;Bn is de gebruiksoppervlakte, in m², die op de desbetreffende samenvallende rookvrije vluchtroutes is aangewezen bij een bezettingsgraadklasse B1, B2, B3, B4 respectievelijk B5.

Evenmin is voorzien in de mogelijkheid dat twee of meer gedeelten met een verschillende klasse van de bezettingsgraad van dezelfde brand- en rookvrije vluchtroute gebruikmaken. De achtergrondregel is daarbij maximaal 200 personen bij B1 en B2, 150 personen bij B3 en B4 en 125 personen bij B5, uitgaande van de rekenwaarde van de klasse van de bezettingsgraad.

Twee brand en rookvrije vluchtroutes van alle niet tot bewoning bestemde gebruiksfuncties mogen samenvallen, met uitzondering van het deel van een logiesgebouw of van een logiesfunctie met een gebruiksoppervlakte > 1000 m², indien:

Afbeelding

waarin:

A GO;Bn is de gebruiksoppervlakte, in m², die op de desbetreffende samenvallende rookvrije vluchtroutes is aangewezen bij een bezettingsgraadklasse B1, B2, B3, B4 respectievelijk B5.

Voor het overige is de toelichting van paragraaf 2.18.1 van overeenkomstige toepassing.

Uw gekozen filters:

Type

Gebruiksfuncties