2 Hoofdlijnen van het voorstel
De nieuwe bepalingen in het Bouwbesluit en het Bbl bevatten, in het kort gezegd, een verbod om te handelen in strijd met bepaalde artikelen van de markttoezichtverordening. Het verbod is toegespitst op de verordening bouwproducten. Die verordening valt onder de reikwijdte van de markttoezichtverordening4 en wordt uitgevoerd in het Bouwbesluit en het Bbl5. De nieuwe bepalingen in Bouwbesluit en Bbl hebben dus uitsluitend betrekking op eisen die voortvloeien uit de verordening bouwproducten en op de wijze waarop toezicht en handhaving plaatsvindt ten aanzien van die eisen.
De verboden die met dit voorstel worden opgenomen in het Bouwbesluit en Bbl zien op de artikelen 4, 5 en 7 van de markttoezichtverordening. De drie artikelen van de verordening worden hieronder kort toegelicht. Voor een meer uitgebreide toelichting op de overige onderdelen van de markttoezichtverordening wordt verwezen naar hoofdstuk 4 van de memorie van toelichting van het wetsvoorstel (TK 36093, nr 3).
4 Bijlage I van de verordening markttoezicht
5 Verordening (EU) 305/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2011 tot vaststelling van geharmoniseerde voorwaarden voor het verhandelen van bouwproducten en tot intrekking van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad (PbEU 2011, L 88).
2.1Artikelen 4 en 5 van de markttoezichtverordening
De artikelen zoals opgenomen in het Bouwbesluit en het Bbl door middel van voorliggend besluit verbieden dat een (bouw)product in de handel genomen wordt in strijd met artikel 4, eerste lid, van de markttoezichtverordening, dat een marktdeelnemer, als bedoeld in artikel 3, onderdeel 12, van de markttoezichtverordening, ten aanzien van een (bouw)product in strijd handelt met artikel 4, derde en vierde lid, van de markttoezichtverordening en dat een gemachtigde als bedoeld in artikel 4, tweede lid, onder c, van de markttoezichtverordening ten aanzien van een (bouw)product in strijd handelt met artikel 5, tweede lid van de markttoezichtverordening.
Artikel 4 van de markttoezichtverordening bepaalt dat (bouw)producten alleen in de handel mogen worden gebracht als een in de Europese Unie gevestigde marktdeelnemer de beschikking heeft over de voor dat product vereiste documentatie en die deze documentatie heeft gecontroleerd (derde lid, onder a). In geval van bouwproducten gaat het dan om EU-conformiteitsverklaringen (CE-markering) en prestatieverklaringen.
Daarnaast dient de marktdeelnemer, indien een markttoezichtautoriteit een met redenen omkleed verzoek daartoe indient, informatie en documentatie om de EU-conformiteit van het product aan te tonen (artikel 4, derde lid, onderdeel b) te verstrekken in een taal die de markttoezichtautoriteit gemakkelijk kan begrijpen, de markttoezichtautoriteiten te informeren als hij redenen heeft om aan te nemen dat een product in kwestie een risico vormt (derde lid, onderdeel c) en mee te werken met de markttoezichtautoriteiten (derde lid, onderdeel d). De markttoezichtautoriteit voor de Woningwet, en daarmee het Bouwbesluit en Bbl, is de Inspectie Leefomgeving en Transport (hierna: ILT), zoals toegelicht in hoofdstuk 3 van deze nota van toelichting.
Artikel 4 van de markttoezichtverordening is gericht tot de in het tweede lid bedoelde marktdeelnemers, te weten: in de Europese Unie gevestigde fabrikanten, importeurs, gemachtigden of fulfilmentdienstverleners. De «fulfilmentdienstverlener» is als nieuwe marktdeelnemer opgenomen in de markttoezichtverordening en is gedefinieerd als «een natuurlijke persoon of rechtspersoon die in het kader van een handelsactiviteit ten minste twee van de volgende diensten aanbiedt: opslag, verpakking, adressering en verzending zonder eigenaar te zijn van de producten, met uitzondering van postdiensten, pakketbezorgdiensten en andere postdiensten of vrachtvervoersdiensten».
Artikel 5 van de markttoezichtverordening bepaalt dat een fabrikant een gemachtigde aanwijst om de in artikel 4, derde lid, genoemde taken te vervullen. Dit naast de taken welke reeds in de verordening bouwproducten aan de gemachtigde zijn toegewezen. De gemachtigde moet op verzoek aan de markttoezichthouder een kopie van het mandaat kunnen overleggen (artikel 5, tweede lid).
2.2Artikel 7 van de markttoezichtverordening
De artikelen zoals opgenomen in het Bouwbesluit en het Bbl met voorliggend besluit verbieden eveneens dat een marktdeelnemer als bedoeld in artikel 3, onderdeel 12, van de markttoezichtverordening met betrekking tot een (bouw)product in strijd handelt met artikel 7, eerste lid, van de markttoezichtverordening en een aanbieder van diensten van de informatiemaatschappij ten aanzien van een (bouw)product in strijd handelt met artikel 7, tweede lid, van de markttoezichtverordening.
Het eerste lid van artikel 7 van de markttoezichtverordening bepaalt dat marktdeelnemers dienen samen te werken met de markttoezichtautoriteiten bij het nemen van maatregelen voor het wegnemen of beperken van de risico’s die veroorzaakt worden door producten die marktdeelnemers op de markt aanbieden.
Artikel 7, tweede lid, richt zich tot aanbieders van diensten van de informatiemaatschappij. Dat zijn aanbieders van «elke dienst van de informatiemaatschappij, dat wil zeggen elke dienst die gewoonlijk tegen vergoeding, langs elektronische weg, op afstand en op individueel verzoek van een afnemer wordt verricht»6 . Van hen wordt vereist dat ze, op verzoek en in specifieke gevallen, samenwerken met de markttoezichtautoriteit om de risico’s van een bepaald (bouw)product dat via hen online te koop werd of wordt aangeboden weg te nemen of, als dat niet mogelijk is, te beperken.
Titel6 De verordening markttoezicht, artikel 3, onder 14, verwijst voor de definitie van diensten van de informatiemaatschappij naar Verordening (EU) 2015/1535 van het Europees Parlement en de Raad van 9 september 2015 betreffende een informatieprocedure op het gebied van technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij. De tussen haakjes geplaatste definitie is afkomstig uit artikel 1, onder 1, punt b, van die laatstgenoemde verordening.