Bouwbesluit Online 2012


Artikel 2.105.

De maximale omvang van een brandcompartiment en de vraag welke ruimten gezamenlijk in een brandcompartiment mogen liggen zijn geregeld in dit artikel. Dat geldt ook voor de noodzakelijke dubbele compartimentering in een cellengebouw en delen van gezondheidszorggebouwen waar ’s nachts worden geslapen.

Met brandcompartimentering wordt beoogd de ongehinderde uitbreiding van een brand gedurende een bepaalde tijd te beperken tot een gedeelte van het gebouw, het gebouw of een groep van gebouwen. Daardoor hebben de gebruikers van de rest van het gebouw, die zich niet in het gedeelte met de brand bevinden, de gelegenheid veilig te ontkomen. Dit geldt ook voor de gebruikers van naburige gebouwen. Tegelijkertijd wordt voorkomen dat de brand in korte tijd een zodanige omvang aanneemt dat zij voor de brandweer niet meer is te beheersen. Een brandcompartiment mag om een brand beheersbaar te houden niet te groot zijn en geen ruimten omvatten die een bijzonder brandgevaar opleveren in vergelijking met andere ruimten in dat brandcompartiment. Dit laatste leidt er toe dat een drietal ruimten een afzonderlijk brandcompartiment moeten zijn, zoals geëist in het zesde tot en met het achtste lid.

Het eerste lid regelt dat een brandcompartiment niet twee of meer bouwwerken mag omvatten die op verschillende percelen zijn gelegen. Daarmee wordt invulling gegeven aan een primaire overheidstaak dat eigendommen van derden moeten worden beschermd tegen onverhoedse invloeden, zoals een brand.

In een brandcompartiment mogen in het algemeen twee of meer ruimten, twee of meer gebruiksfuncties of twee of meer gebouwen liggen, op voorwaarde dat deze allemaal op hetzelfde perceel liggen en het brandcompartiment niet groter is dan is toegestaan. Voor een brandcompartiment met een woonfunctie zijn in het tweede en het derde lid uitzonderingsbepalingen opgenomen. De bergruimten, gelegen in het souterrain van een flat of een onder een flat gelegen parkeergarage, mogen blijkens het tweede lid niet tezamen met de woonfuncties in eenzelfde brandcompartiment zijn gelegen.

In het derde lid is expliciet geregeld dat een garage of bergruimte als nevenfunctie bij een woning in hetzelfde brandcompartiment kan liggen als die woning zelf. Er mag ook voor worden gekozen die nevenfunctie als een ruimte, geen brandcompartiment zijnde, te benoemen. Dit laatste is de meer gangbare oplossing.

Voor wat betreft een logiesverblijf is in afwijking van de andere gebruiksfuncties gekozen voor een lagere maximale omvang van het brandcompartiment.

Tot 1 januari 2003 heeft die lagere waarde ook voor een woning gegolden. Gebleken is dat die lagere waarde niet overeenkomt met de bestaande praktijk die niet tot te brandgevaarlijke situaties leidt. Gekoppeld aan een maximale corridorlengte van 30 meter en aan weerzijden van de corridor subbrandcompartimenten, zou ook voor een logiesgebouw voor een hogere waarde moeten zijn gekozen dan 500 m². Deze getalswaarde moet als een omissie uit Bouwbesluit afstemming fase 1 op fase 2, Stb. 1998, 619, worden gezien. Tot zolang aanpassing niet heeft plaatsgevonden zal met behulp van paragraaf 2.22.1 de gangbare praktijk moeten worden voortgezet.In het zesde tot en met het achtste lid is aangegeven welke ruimten een zodanig brandgevaar opleveren, dat deze in een apart brandcompartiment moeten liggen.

In het negende lid is een regeling gegeven voor de brandcompartimentering van een cellengebouw. Feitelijk is bedoeld gevangenis, omdat het gaat om het gehele gebouw waar gedetineerden in een afgesloten gedeelte verblijven. Dit voorschrift heeft relatie met de beperkte bewegingsvrijheid van gedetineerden en het feit dat bij een onverhoedse brand in de gevangenis het niet de bedoeling is dat de gevangen vrij kunnen rondlopen. De regeling komt er op neer dat kan worden gekozen uit een tweetal systemen. Of er wordt gekozen voor zodanige brandwerende constructies rond de cellen dat gedetineerden op de cel kunnen blijven en de brandweer de brand in de bedreigde cel kan blussen of er wordt gekozen voor dubbele compartimentering. Wanneer zo’n gebouw twee brandcompartimenten moet hebben, mag één van die compartimenten niet een te kleine gebruiksoppervlakte hebben in relatie tot die andere, omdat anders in geval van brand niet alle personen zich in veiligheid kunnen brengen of in veiligheid kunnen worden gebracht. Daarnaast moet de BHV-situatie op deze wijze van brandcompartimenteren zijn afgestemd.

Wanneer wordt gekozen voor de variant waarbij de gedetineerde op de cel kan blijven mag onder de deur van cel een zogeheten ventilatiespleet aanwezig zijn. Dit is nodig ten einde te voorkomen dat elke cel in een gevangenis zijn eigen volledig onafhankelijke ventilatiesysteem moet hebben.

De terminologie van dit voorschrift is helaas onvoldoende afgestemd op de (veranderde) begrippen “verblijfsgebied” en “verkeersruimte”. De gang die de cellen verbindt met de uitgang van een cellenblok is in het Bouwbesluit 2003 aan te duiden als ruimte waardoor een verkeersroute voert en het cellenblok als geheel kan als één verblijfsgebied worden aangeduid.

Op grond van het tiende lid mag het brandcompartiment van een gevangenis waarin cellen zijn gelegen geen grotere gebruiksoppervlakte hebben dan 500 m². Daarmee wordt het aantal gedetineerden dat gelijktijdig door brand kan zijn bedreigd beperkt.

In het elfde lid zijn voorschriften gegeven die rekening houden met de beperkte bewegingsvrijheid van aan bed gebonden patiëntendie ’s nachts in een gezondheidszorgfunctie de nacht doorbrengen. Gezien het feit dat deze patiënten bij brand niet naar het aansluitende terrein kunnen vluchten en ook niet anders dan horizontaal kunnen worden verplaatst in geval van brand (liften mogen niet worden gebruikt), is geregeld dat men altijd naar een ander brandcompartiment op dezelfde bouwlaag kan vluchten al dan niet hulp van verplegend personeel en de brandweer. Een dergelijk brandcompartiment wordt ook wel vluchtcompartiment genoemd.

Wanneer zo’n gebouw twee brandcompartimenten moet hebben, mag één van die compartimenten niet een te kleine gebruiksoppervlakte hebben in relatie tot die andere, omdat anders in geval van brand niet alle personen met bed zich in veiligheid kunnen brengen of in veiligheid kunnen worden gebracht.

Uw gekozen filters:

Type

Gebruiksfuncties