4. Regeldruk
Met deze wijziging van het Bouwbesluit 2012 is geen sprake van een zelfstandige toename van de regeldruk omdat deze wijziging rechtstreeks voortvloeit uit de hierboven genoemde wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en van de Gaswet (voortgang energietransitie). De ATR constateert in zijn advies dat nut en noodzaak van de wijziging voldoende zijn onderbouwd, dat gelet op de aard en de inhoud van de wijziging is gekozen voor het minst belastende alternatief, en dat het wegnemen van de inconsistenties tussen Gaswet en Bouwbesluit cruciaal is. De ATR acht een snelle inwerkingtreding echter niet zonder risico omdat partijen zo maar weinig tijd en ruimte krijgen om zich inhoudelijk en procesmatig voor te bereiden op de gevolgen van de nieuwe bepalingen. Aan dit bezwaar wordt tegemoet gekomen met de in onderdeel 2 genoemde ministeriële regeling onder de Gaswet. Overeenkomstig het advies van de ATR wordt die regeling in overleg met de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties opgesteld. Het advies van de ATR om de regeldruk gevolgen van het niet langer aansluiten op het gastransportnet alsnog in kaart te brengen, is niet overgenomen. De onderhavige wetswijziging is tenslotte een gevolg van een amendement dat inmiddels onderdeel uitmaakt van een wetsvoorstel dat door beide Kamers is aanvaard1.
1 Kamerstukken II 2017/2018, 34 627, nr. 39 (Gewijzigd amendement van het lid Jetten c.s. behorende bij de wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en van de Gaswet (voortgang energietransitie)).