1 Inleiding
Op 10 maart 2020 is de tweede herziening van de richtlijn energieprestatie gebouwen in de Nederlandse bouwregelgeving geïmplementeerd. 1 Het gaat om Richtlijn (EU) 2018/844 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 tot wijziging van Richtlijn 2010/31/EU betreffende de energieprestatie van gebouwen (EPBD-richtlijn) en Richtlijn 2012/27/EU betreffende energie-efficiëntie (EED-richtlijn).2 Deze tweede herziening van de EPBD-richtlijn wordt hierna ook wel EPBD III genoemd. De EPBD III schrijft voor dat lidstaten systeemeisen moeten invoeren voor de energieprestatie, het adequaat installeren, dimensioneren, inregelen en de instelbaarheid van technische bouwsystemen. Onder technische bouwsystemen worden onder meer systemen verstaan voor ruimteverwarming, ruimtekoeling en ventilatie. Met de eisen wordt beoogd de energieprestatie van technische bouwsystemen te verbeteren.
Voor verwarmings- en airconditioningsystemen heeft dit geleid tot regels over de keuring van deze systemen. Daarbij is in de artikelen 14 en 15 van de EPBD III voorzien in uitzonderingsmogelijkheden. Op grond van het Bouwbesluit 2012 en het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) is een uitzondering opgenomen voor de keuringsverplichting wanneer voor het gebouw een energieprestatiecontract als bedoeld in de EED-richtlijn (bijlage XIII) is afgesloten. Daarnaast is er geen keuringsplicht als een verwarmings- of airconditioningsysteem zich bevindt in een gebouw met een systeem voor gebouwautomatisering en -controle.
Nederland heeft op 9 februari 2022 een ingebrekestelling ontvangen van de Europese Commissie naar aanleiding van de implementatie van de EPBD III. Bij brief van 17 maart 2022 is de Tweede Kamer hierover geïnformeerd.3 Ook is de Tweede Kamer bij brief van 24 februari 2023 geïnformeerd over het feit dat Nederland op 15 februari 2023 een met redenen omkleed advies heeft ontvangen over de omzetting in nationaal recht van de EBPD III.4 Er is geconstateerd dat Nederland de artikelen 14, tweede lid, en 15, tweede lid van de EPBD III niet volledig heeft geïmplementeerd. Dit wijzigingsbesluit draagt zorg voor herstel daarvan.
1 Kamerstukken II 2021/22, 21 109, nr. 254.
2 PbEU 2018, L 156/75.
3 Artikel 2.20 van het wetsvoorstel
4 Kamerstukken II 2022/23, 21 109, nr. 258.