Artikel 2.172.
Wanneer er brand woedt in een brandcompartiment of subbrandcompartiment, dat grenst aan een besloten ruimte waardoor een rookvrije vluchtroute loopt, zal deze zich bij het openstaan van de uitgang van het brandcompartiment (rookcompartiment) met rook vullen. In die ruimte kan in principe geen brand ontstaan, omdat voor die ruimte strenge eisen gelden ten aanzien van brandvoortplanting en rookproductie. Voor een woonfunctie en een niet in een logiesgebouw gelegen logiesfuncties hoeven deuren van een rookcompartiment niet zelfsluitend te zijn. De rook kan het vluchten bemoeilijken uit de rookcompartimenten die op de vluchtroute uitkomen. Om dit zoveel mogelijk te beperken, schrijft dit artikel voor de woningbouw en voor logiesfuncties voor dat de loopafstand binnen de met rook gevulde ruimte maximaal 30 m is. Met andere woorden, de ruimte waardoor de vluchtroute voert, moet worden opgedeeld in segmenten van maximaal 30 m lengte. Dit geldt dus voor alle paren van deuren die met die ruimte in verbinding staan. Deze afstand moet worden gemeten over de kortste route, op een afstand van 0,3 m van enig constructie-onderdeel.