Bouwbesluit Online 2012


Afdeling 3.2. Bescherming tegen geluid van installaties, nieuwbouw

Artikel 3.6.

Het eerste lid geeft de functionele eis voor de bescherming tegen geluid van installaties.

De tabel van het tweede lid wijst per gebruiksfunctie de voorschriften aan die van toepassing zijn op die gebruiksfunctie. Door aan die voorschriften te voldoen, wordt aan de functionele eis van het eerste lid voldaan. De hiervoor bedoelde voorschriften, die prestatie-eisen inhouden, zijn als volgt over de artikelen verdeeld:

1.artikel 3.7 bevat eisen betreffende het geluidsniveau in een verblijfsgebied van een gebruiksfunctie dat wordt veroorzaakt door een installatie die zich bevindt in een aangrenzende gebruiksfunctie op een aangrenzend perceel (aangrenzend perceel);
2.artikel 3.8 bevat eisen betreffende het geluidsniveau in een verblijfsgebied van een gebruiksfunctie dat wordt veroorzaakt door een installatie die zich bevindt in een op hetzelfde perceel gelegen woonfunctie, logiesfunctie, of gemeenschappelijk verblijfsgebied (zelfde perceel);
3.artikelen 3.9 geeft aan tot welk niveau burgemeester en wethouders ontheffing kunnen verlenen (verbouw), en
4.artikel 3.10 geeft voor niet-permanente bouw aan welke voorschriften daarvoor gelden (tijdelijke bouw).

Voor de ‘woonfunctie van een woonwagen’ en ‘bouwwerk, geen gebouw zijnde’ wijst de tabel van het tweede lid geen enkel voorschrift aan. Het derde lid bepaalt dat de functionele eis van het eerste lid op deze gebruiksfuncties niet van toepassing is.

Deze paragraaf bevat in aangepaste vorm de inhoud van artikel 5 van het voormalige Besluit geluidwering gebouwen.

In tegenstelling tot de in paragraaf 3.1 vervatte aspecten met betrekking tot de beperking van geluidhinder, zijn in deze paragraaf geen afzonderlijke voorschriften gegeven voor verblijfsruimten. De reden hiervoor is, dat de aard van een scheidingsconstructie tussen beschouwde gebruiksfuncties in de regel zodanig is dat het feitelijk gezien geen verschil maakt of sprake is van een verblijfsgebied of van een afzonderlijke verblijfsruimte.

Artikel 3.7.

Dit artikel heeft als doel geluidhinder veroorzaakt door met name genoemde installaties te beperken voor de belendingen. Enkele voorbeelden van zulke situaties zijn geluidhinder in een woonkamer als gevolg van een toilet in een aangrenzende woonfunctie of als gevolg van een liftinstallatie in een aangrenzend kantoor. Dit zowel voor niet-gemeenschappelijke (individuele) als gemeenschappelijke installaties.

De wenselijkheid van deze voorschriften vloeit voort uit de omstandigheid dat mensen geluiden van buiten de eigen woning, hotelkamer, kantoor etc. als hinderlijker ondervinden dan geluiden van binnen de eigen woning, etc. Dit komt mede doordat men in de regel geen of nauwelijks invloed kan uitoefenen op geluid dat van buiten de niet-gemeenschappelijke ruimten van de eigen gebruiksfunctie komt.

Onder het begrip ‘karakteristiek geluidsniveau’ wordt overeenkomstig NEN 5077 verstaan de grootheid die het geluidsniveau in de ontvangruimte weergeeft dat wordt veroorzaakt door een installatie die in werking is, herleid naar gestandaardiseerde afmetingen van de ontvangruimte. De hantering van dit begrip hangt samen met het beginsel van de vrije indeelbaarheid van een woonfunctie.

Artikel 3.8.

Dit artikel regelt de beperking van overlast van installaties voor op het zelfde perceel gelegen gebruiksfuncties.

Het eerste lid regelt dat een al dan niet gemeenschappelijke installatie van een woonfunctie geen geluidsoverlast zal geven in een niet-gemeenschappelijk verblijfsgebied van een andere woonfunctie (bijvoorbeeld van een andere woning in het woongebouw. Een gemeenschappelijke installatie zal in geen enkele woning geluidsoverlast mogen geven.

Een soortgelijke bepaling is voor logiesfuncties (bijvoorbeeld hotelkamers) opgenomen in het tweede lid. Dit lid geldt echter ook ter bescherming van een gemeenschappelijk verblijfsgebied van een logiesfunctie. Het toelaatbaar geluidsniveau verschilt 5 dB(A) met die van een woonfunctie.

Het derde lid geeft aan dat er in een al dan niet gemeenschappelijk verblijfsgebied van een woonfunctie geen geluidsoverlast mag zijn, afkomstig van een installatie van een gebruiksfunctie anders dan een woonfunctie.

Uw gekozen filters:

Type

Gebruiksfuncties