Bouwbesluit Online 2012

Artikel 3.3a

Een adequaat gedimensioneerd, geïnstalleerd, ingeregeld en instelbaar technisch bouwsysteem, als bedoeld in de artikelen 6.55, tweede lid, en 6.55a, tweede lid, van het besluit, voldoet aan het volgende:

a.ruimteverwarming:
1.een ruimteverwarmingssysteem heeft een warmtecapaciteit die niet groter is dan nodig is om te voorzien in de warmtevraag van het gebouw waarin het systeem zich bevindt. De temperatuur in het warmtedistributie- en afgiftedeel van het systeem is daarbij afgesteld op de laagst mogelijke temperatuur waarbij het ruimteverwarmingssysteem kan voldoen aan de benodigde warmtecapaciteit van het gebouw;
2.het systeem is geïnstalleerd volgens de ontwerpeisen en installatievoorschriften van de fabrikanten van de componenten van het systeem;
3.het systeem is afgesteld op een energetisch optimale stooklijn met behoud van comfort, is hydraulisch in balans en is ingeregeld om optimaal te presteren bij gemiddelde gebruiksomstandigheden;
4.het systeem is voorzien van een ruimtethermostaat die voldoet aan de eisen voor een kamerthermostaat of andere centrale temperatuurregeling van klasse II of hoger als bedoeld in de Mededeling van de Commissie in het kader van de tenuitvoerlegging van Verordening (EU) nr. 813/2013 van de Commissie tot uitvoering van Richtlijn 2009/125/EG van het Europees Parlement en de Raad wat eisen inzake ecologisch ontwerp voor ruimteverwarmingstoestellen en combinatieverwarmingstoestellen betreft, en van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 811/2013 van de Commissie ter aanvulling van Richtlijn 2010/30/EU van het Europees Parle-ment en de Raad wat de energie-etikettering van ruimteverwarmingstoestellen, combinatieverwarmingstoestellen, pakketten van ruimteverwarmingstoestellen, temperatuurregelaars en zonne-energie-installaties en pakketten van combinatieverwarmingstoestellen, temperatuurregelaars en zonne-energie-installaties betreft (2014/C 207/02), en van thermostatische radiatorkranen met ingebouwde flowregeling of thermostatische radiatorkranen zonder flowregeling met een separaat voetventiel.
5.het vierde lid is niet van toepassing als het systeem wordt aangestuurd door een gebouwautomatiserings- en controlesysteem waarmee een met die leden vergelijkbaar resultaat kan worden gerealiseerd of als de kosten voor het aanbrengen van de ruimtether-mostaat en de thermostatische radiatorkranen meer dan 20% bedragen van de kosten van het technisch bouwsysteem voor ruimteverwarming;
b.ruimtekoeling:
1.een ruimtekoelingssysteem heeft een koudecapaciteit niet groter dan nodig om te voorzien in de koudevraag van het gebouw waarin het systeem zich bevindt. De temperatuur in het koudedistributie- en afgiftedeel van het systeem is daarbij afgesteld op de hoogst mogelijke temperatuur waarbij het ruimtekoelingssysteem kan voldoen aan de benodigde koudecapa-citeit van het gebouw;
2.het systeem is geïnstalleerd volgens de ontwerpeisen en installatievoorschriften van de fabrikanten van componenten van het systeem;
3.het systeem is afgesteld op de energetisch optimale condensor- en verdampertemperatu-ren met behoud van comfort, is hydraulisch in balans (voor hydraulische systemen) of heeft geoptimaliseerde luchtstromen (voor lucht-distributiesystemen) en is ingeregeld op optimaal presteren bij typische gebruiksomstandigheden;
4.een centraal aangestuurd systeem heeft een ruimtethermostaat;
5.bij individueel geregelde units heeft het systeem een door de gebruiker in te stellen thermostaat;6°.het vierde lid is niet van toepassing als het systeem wordt aangestuurd door een gebouwautomatiserings- en controlesysteem waarmee een met dat lid vergelijkbaar resultaat kan worden gerealiseerd;
c.ventilatie:
1.een ventilatiesysteem sluit aan bij de ventilatiebehoefte van het gebouw waarin het systeem zich bevindt;
2.het systeem is geïnstalleerd volgens de ontwerpeisen en installatievoorschriften van de fabrikanten van componenten van het systeem;
3.het ventilatiedebiet is geoptimaliseerd voor laag energieverbruik met behoud van comfort en luchtkwaliteit;
4.het systeem is voorzien van passende regelapparatuur waarmee het ventilatievolume in drie of meerdere standen of traploos aan te passen is aan de ventilatiebehoefte;
d.warm tapwater:
1.een warm tapwatersysteem sluit aan bij de warm tapwaterbehoefte van het gebouw waarin het systeem zich bevindt;
2.het systeem is geïnstalleerd volgens de ontwerpeisen en installatievoorschriften van de fabrikanten van componenten van het systeem;
3.de warm tapwatertemperatuur gemeten bij de warmteopwekker is geoptimaliseerd voor een zo laag mogelijk energieverbruik zonder risico’s voor legionella;
4.het systeem is voorzien van regelapparatuur waarmee de watertemperatuur bij de warmteopwekker op toegankelijke wijze kan worden ingesteld;
e.ingebouwde verlichting:
1.de hoeveelheid en het type armaturen van het ingebouwde verlichtingssysteem zijn voldoende, maar ook niet meer dan nodig voor de typische verlichtingsbehoefte van de ruimte waarin de verlichting ingebouwd wordt;
2.het systeem is geïnstalleerd volgens de ontwerpeisen en installatievoorschriften van de fabrikanten van componenten van het systeem;
3.het systeem is instelbaar door aan-uit schakelaars of aanwezigheidsdetectie;
f.gebouwautomatisering- en controlesystemen:het systeem is voor oplevering getest en ingesteld op energetisch optimale prestatie onder typische gebruiksomstandigheden.
Uw gekozen filters:

Type

Gebruiksfuncties