Artikel 3.57.
De in deze paragraaf gegeven voorschriften hebben betrekking hebben op bestaande voorzieningen voor de toevoer van verse lucht en de afvoer van binnenlucht. Deze voorschriften zijn ontleend aan het TNO Bouw-rapport B-92-0306.
De toelichtingen op de artikelen van paragraaf 3.10.1 Nieuwbouw zijn op deze paragraaf van overeenkomstige toepassing.
Anders dan voor nieuwbouw zijn er voor de bestaande bouw geen eisen gesteld aan bepaalde inrichtingseisen van de ventilatievoorziening, zoals ten aanzien van vermindering van het thermisch comfort, de fijnregeling en de verdunning van afvoerlucht. Uit het oogpunt van gezondheid is namelijk primair de capaciteit van de voorziening van belang en niet de wijze waarop de luchtverversing plaatsvindt. Zouden wel deze inrichtingseisen worden gesteld, dan ontstaat snel een situatie die strijdig is met het rechtens verkregen niveau waarbij de kosten die gemoeid zijn met het alsnog aanpassen niet opwegen tegen de meer gezonde situatie die dan ontstaat.