Artikel 3.17.
Het eerste lid geeft de functionele eis voor de geluidwering tussen ruimten van andere gebruiksfuncties.
De tabel van het tweede lid wijst per gebruiksfunctie de voorschriften aan die van toepassing zijn op die gebruiksfunctie. Door aan die voorschriften te voldoen, wordt aan de functionele eis van het eerste lid voldaan. De hiervoor bedoelde voorschriften, die prestatie-eisen inhouden, zijn als volgt over de artikelen verdeeld:
1. | artikel 3.18 bevat eisen betreffende de geluidwering tussen besloten ruimten van aangrenzende gebruiksfuncties die liggen op verschillende percelen (ander perceel); |
2. | artikel 3.19 bevat soortgelijke eisen, maar dan voor aangrenzende gebruiksfuncties die liggen op hetzelfde perceel (hetzelfde perceel), en |
3. | artikel 3.20 geeft aan tot welk niveau burgemeester en wethouders maximaal ontheffing kunnen verlenen (verbouw), en |
4. | artikel 3.21 geeft voor niet-permanente bouw aan welke voorschriften daarvoor gelden (tijdelijke bouw). |
Voor de woonfunctie van een woonwagen en ‘bouwwerk, geen gebouw zijnde’ wijst de tabel van het tweede lid geen enkel voorschrift aan. Het derde lid bepaalt dat de functionele eis op deze gebruiksfuncties niet van toepassing is.
Deze paragraaf bevat in aangepaste vorm de voorschriften van de artikelen 3 van het voormalige Besluit geluidwering gebouwen.