Bouwbesluit Online 2012


3. Verhouding tot hoger en overig recht

3.1Verhouding tot richtlijn 2014/94/EU en het Besluit infrastructuur alternatieve brandstoffen

In de EPBD III worden eisen gesteld met betrekking tot infrastructuur voor elektrisch vervoer bij gebouwen. Deze nieuwe bepalingen bestaan naast de regels uit de richtlijn 2014/94/EU betreffende de uitrol van infrastructuur voor alternatieve brandstoffen5, die is geïmplementeerd via het Besluit infrastructuur alternatieve brandstoffen en de Regeling technische eisen en gebruikersinformatie over de infrastructuur van alternatieve brandstoffen. De eisen die op grond van dat besluit en onderliggende regeling worden gesteld voor oplaadpunten kunnen ook van toepassing zijn op de oplaadpunten die op basis van de EPBD III aangelegd dienen te worden. Hierbij is van belang of het gaat om publiek-toegankelijke oplaadpunten als bedoeld in het Besluit infrastructuur alternatieve brandstoffen, zoals toegelicht in paragraaf 2.4.

5 Richtlijn 2014/94/EU van het Europees parlement en de Raad van 22 oktober 2014 betreffende de uitrol van infrastructuur voor alternatieve brandstoffen (PbEU 2014, L 307)

3.2Verhouding tot het Activiteitenbesluit milieubeheer en de Activiteitenregeling milieubeheer

Het Activiteitenbesluit milieubeheer (artikel 3.10p) en de onderliggende Activiteitenregeling milieubeheer (artikel 3.6 en volgende) dienen mede ter implementatie van de keuringsplicht voor verwarmingssystemen uit de EPBD. Onder de EPBD III verandert de keuringsplicht. Deze veranderingen in de keuring worden niet geïmplementeerd via het Activiteitenbesluit milieubeheer, omdat de herziene keuring uit de EPBD III niet meer past in de regels van het Activiteitenbesluit milieubeheer over stookinstallaties. Dit komt met name door het toepassingsbereik van de keuringsplicht uit de EPBD III; het gaat daarbij niet alleen om de stookinstallaties, maar ook om alle andere delen van het verwarmingssysteem, zoals leidingen, afgiftesystemen en warmtepompen. De herziene keuring is daarom opgenomen in het Bouwbesluit 2012. Hiermee wordt vooruitgelopen op de situatie onder de Omgevingswet, waarin de keuring reeds in de opvolger van het Bouwbesluit 2012, het Besluit bouwwerken leefomgeving, is opgenomen. De keuring in het Activiteitenbesluit milieubeheer wordt vooralsnog niet aangepast, omdat de keuring ook ziet op het aspect veiligheid en onderdeel is van een bredere set aan regels voor stookinstallaties. De verwachting is dan ook dat de keuring van stookinstallaties en de keuring voor verwarmingssystemen vooralsnog in combinatie zullen worden uitgevoerd.

Gebouwgebonden stookinstallaties met een vermogen van meer dan 100 kW vallen na inwerkingtreding van dit wijzigingsbesluit onder zowel het Bouwbesluit 2012 als onder het Activiteitenbesluit milieubeheer. Bij beide besluiten wordt gewerkt met het certificatiesysteem van SCIOS, waardoor de werkzaamheden op basis van Bouwbesluit 2012 en het Activiteitenbesluit milieubeheer in de praktijk op elkaar afgestemd kunnen worden. Het overgangsrecht dat is opgenomen in dit wijzigingsbesluit (heeft geen betrekking op het Bouwbesluit 2012, maar het Bbl) heeft tot gevolg dat de keuringen die worden uitgevoerd onder het Activiteitenbesluit milieubeheer gelijkgesteld zijn aan de keuringen op grond van het Bouwbesluit 2012. Hiermee wordt voorkomen dat de twee juridische regimes leiden tot overlap in de praktijk, zolang de Deelregeling van SCIOS nog niet is afgestemd op de wijzigingen in het Bouwbesluit 2012 inzake de keuringen. Het overgangsrecht, vastgelegd in het Bbl, geldt tot en met 10 maart 2022.

Het Activiteitenbesluit milieubeheer verplicht inrichtingen met een energieverbruik vanaf 50.000 kWh of 25.000 m3 om energiebesparende maatregelen te treffen met een terugverdientijd van vijf jaar of minder. In bijlage 10 van de Activiteitenregeling milieubeheer zijn per bedrijfstak erkende maatregelen opgenomen waarmee invulling kan worden gegeven aan deze verplichting. Deze bijlage bevat ook maatregelen over technische bouwsystemen in gebouwen. Inrichtingen die vallen onder de energiebesparingverplichting uit het Activiteitenbesluit milieubeheer moeten bij het plaatsen, veranderen of vergroten van technische bouwsystemen in gebouwen die behoren tot de inrichting tevens voldoen aan de eisen uit dit wijzigingsbesluit. Conform het Klimaatakkoord zal voor de invoering van de Omgevingswet een duidelijker onderscheid worden aangebracht tussen gebouwgebonden maatregelen en niet-gebouwgebonden maatregelen, waarbij gebouwgebonden maatregelen worden ondergebracht in het Besluit bouwwerken leefomgeving en de niet-gebouwgebonden maatregelen in het Besluit activiteiten leefomgeving.

3.3De Omgevingswet en het Besluit bouwwerken leefomgeving

De wijzigingen in het Bouwbesluit 2012 en het Besluit energieprestatie gebouwen werken met het Besluit bouwwerken leefomgeving door in het stelsel van de Omgevingswet. Het Besluit bouwwerken leefomgeving (hierna ook: Bbl) is gebaseerd op de Omgevingswet en is de opvolger van het Bouwbesluit 2012. Alle wijzigingen in het Bouwbesluit 2012 en het Besluit energieprestatie gebouwen, zijn daarom in dit wijzigingsbesluit eveneens verwerkt in het Bbl. Uitgangspunt daarbij is een technische omzetting van de wijzigingen naar het Bbl.

3.4Wet kwaliteitsborging voor het bouwen

Met de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen wordt een nieuw stelsel ingevoerd voor borging van kwaliteit in de bouw. In dit stelsel zullen onafhankelijke kwaliteitsborgers (controleurs) tijdens de bouw en als het bouwwerk gereed is gekomen, controleren of het bouwwerk voldoet aan de bouwtechnische eisen van het Bbl. Als het gereedgekomen bouwwerk voldoet aan de bouwtechnische eisen geeft de kwaliteitsborger een verklaring af, die bij de gereedmelding van het bouwwerk bij de gemeente wordt ingediend. Zonder deze verklaring kan het bouwwerk niet in gebruik worden genomen.

In het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) worden de bouwactiviteiten aangewezen waarop dit nieuwe stelsel van kwaliteitsborging van toepassing zal zijn. Als het stelsel van kwaliteitsborging geldt en in het ontwerp van het gebouw is een systeem opgenomen waarvoor eisen gelden op grond van EPBD III, dan zal de kwaliteitsborger dit meenemen in de controle.

Uw gekozen filters:

Type

Gebruiksfuncties