Bouwbesluit Online 2012


4.1.1 Onderdeel A – Energieprestatie en systeemeisen technische bouwsystemen

Energieprestatie en systeemeisen voor technische bouwsystemen leiden naar verwachting tot eenmalige lasten van € 35 tot € 135 mln. voor burgers en € 0,5 tot € 0,9 mln. voor bedrijven en structurele lasten van € 36 tot € 48 mln. voor burgers.

Deze lasten en baten vallen uiteen in:

  • Eenmalige lasten van € 35 tot € 135 mln. en structurele baten van € 7,7 tot € 30 mln. voor burgers door energieprestatie-eisen aan technische bouwsystemen;
  • Eenmalige lasten voor bedrijven van € 0,5 tot € 0,9 mln. door aanvullende eisen aan de deskundigheid van installateurs;
  • Geen lasten vanwege eisen aan de instelbaarheid van installaties;
  • Structurele lasten voor burgers van € 36 tot € 48 mln. door eisen aan zelfregulerende apparatuur.

Deze lasten zijn toe te schrijven aan de volgende effecten:De huidige energieprestatie-eisen in het Bouwbesluit 2012 (artikel 6.55) worden vervangen door nieuwe energieprestatie-eisen die gebaseerd zijn op de nieuwe energieprestatiebepalingsmethode NTA 8800. Verwacht wordt dat de installaties in nieuwe woningen en utiliteitsgebouwen in nagenoeg alle situaties voldoen aan de Europese producteisen en hiermee aan de nieuwe energieprestatie-eisen. Er zijn hiermee geen gevolgen te verwachten voor nieuwbouw. Ook voor bestaande woningen en utiliteitsgebouwen wordt apparatuur toegepast die voldoet aan Europese producteisen en wordt hiermee meestal al voldaan aan de nieuw vastgestelde energieprestatie-eisen voor installaties. Een verwachte uitzondering betreft de vervanging van de warmteopwekker bij bestaande woningen. In die woningen zijn bij circa 10 tot 20 procent van de woningen de bereikbare verwarmingsleidingen niet geïsoleerd en bij vervanging van de warmtegenerator of een substantieel deel van de warmteoverdragers moeten deze leidingen alsnog worden geïsoleerd om aan de eisen te voldoen. Dit leidt tot eenmalige inhoudelijke nalevingskosten. De kosten hiervan worden geraamd op € 45 tot € 90 per woning en het aantal getroffen woningen op 770.000 tot 1,5 mln.

Technische bouwsystemen dienen in de toekomstige situatie door een deskundig installateur te worden geïnstalleerd. Een installateur is deskundig wanneer deze voldoet aan opleidingseisen, zoals deze ook gelden voor andere regelgeving rondom installaties. Uit eerder onderzoek (naar de gevolgen van CO-certificering) volgt dat ca 57% van de monteurs werkzaam in de sector aanvullende opleiding nodig hebben om hun vakbekwaamheid te kunnen aantonen. Aangenomen wordt deze monteurs, geschat op minimaal 1.400 en maximaal 2.300 monteurs, ook een aanvullende opleidingsmodule of opfriscursus nodig hebben over het dimensioneren en afstemmen van de technische bouwsystemen, met een geschatte tijdsbesteding van 4 uur per installateur.

Eisen aan de instelbaarheid van installaties leiden naar verwachting niet tot lasten. Nieuwe installaties beschikken in bijna alle gevallen al over de voorgeschreven bedieningsmogelijkheden. Ook wordt er in de bestaande bouw voor koelingssystemen, warm tapwatersystemen en verwarmingssystemen geen lastenverzwaring verwacht. In de bestaande bouw beschikken deze systemen over een thermostaat die voldoet aan de eisen. Voor andere systemen voldoen oude installaties niet in alle gevallen aan de nieuwe eisen, maar worden in de praktijk de benodigde bedieningsmogelijkheden al aangebracht bij vernieuwing van de installatie (voor ventilatie en verlichting) of zijn de aantallen systemen die niet voldoen verwaarloosbaar (voor verwarming).

Eisen aan het plaatsen van zelfregulerende apparatuur leiden naar verwachting tot inhoudelijke nalevingskosten voor eigenaren van bestaande woningen ouder dan 15 of 20 jaar. In deze woningen zijn niet altijd thermostaatradiatorkranen geïnstalleerd. Bij recenter gebouwde woningen is doorgaans wel sprake van deze apparatuur.

In Nederland zijn er circa 6,1 mln. woningen gebouwd voor 1985, waarbij jaarlijks minimaal 305.000 tot maximaal 407.000 nieuwe warmteopwekkers geïnstalleerd worden. Aangenomen is dat 50% van deze woningen al bij een eerdere renovatie volledig is voorzien van thermostaatradiatorkranen. Dit betekent dat per jaar minimaal 153.000 tot maximaal 204.000 woningen per jaar moeten worden voorzien van zelfregelende apparatuur. In het onderzoek is ervan uitgegaan dat er per woning 6 thermostaatradiatorkranen nodig zijn, de materiaalkosten circa € 20 per radiatorkraan bedragen en dat de montage gemiddeld een half uur kost. Daarnaast moet het systeem worden gespoeld om vervuiling te voorkomen, wat een half uur per systeem kost.

Uw gekozen filters:

Type

Gebruiksfuncties