Bouwbesluit Online 2012


2.5 Inspectie afgifte condensorwarmte

Nr Inspectie/beoordeling Advies bij onvoldoende resultaat Deskundige
1 Lokaliseer de condensorunits en controleer de toestand (onder andere vervuiling) en de werking van de installatie.Let met name op of de lucht zich voldoende vrij door de condensors kan bewegen. Herstel/reinig de condensorunits. A
2 Controleer of de unit zonder belemmeringen door gebouwen, installaties of anderszins lucht kan aanzuigen.Let met name op of de lucht voldoende vrij kan worden aangezogen en afgeblazen. Bij plaatsing naast of tussen hoge gebouwen bestaat het risico van kortsluiting van de lucht, waardoor afgeblazen lucht opnieuw wordt aangezogen Condensor verplaatsen of de luchtstroom aanpassen. A
3 Controleer of de lucht die aangezogen wordt niet reeds verwarmd is door andere bronnen.Er is sprake van (voor)verwarmde lucht, wanneer de lucht die wordt aangezogen door de condensors deels bestaat uit uitblaaslucht uit de luchtbehandeling of uit rookgassen van een stookinstallatie. Condensor of de andere verwarmingsbron verplaatsen. A
4 Controleer de draairichting van de ventilatoren terwijl de condensors in bedrijf zijn, voor zover er draaistroommotoren zijn toegepast.De draairichting van condensorventilatoren is correct wanneer de lucht van onderaf naar boven wordt gezogen. Bij verticale condensors is de correcte richting aangegeven op de condensors. Draairichting condensorventilatoren omkeren. A
5 Controleer de afkoeling van het koelwater over de koeltoren. Let daarbij op het voorkomen van een mogelijke legionellabesmetting.Meet daarvoor het temperatuurverschil tussen het water dat de koeltoren ingaat en dat de koeltoren verlaat. Vergelijk dit met de ontwerpspecificaties. Wanneer deze niet beschikbaar zijn, kan een temperatuurverschil van 6°C worden verondersteld als ontwerpwaarde. Wanneer het verschil meer dan 2°C kleiner is dan de (veronderstelde) ontwerpuitgangspunten, is er sprake van een te kleine afkoeling. Koeltoren inspecteren op vervuiling. B
Uw gekozen filters:

Type

Gebruiksfuncties