Bouwbesluit Online 2012


6.2.15 Toezicht en handhaving

Door zowel brancheorganisaties als installateurs wordt aandacht gevraagd voor de rol van het bevoegd gezag. Opgemerkt wordt dat het wetsvoorstel onvoldoende waarborgen biedt voor adequate handhaving en dat het daarom de verwachting is dat gemeenten hier onvoldoende prioriteit aan zullen geven. Techniek Nederland stelt daarom voor dat de Autoriteit Consument en Markt (of een andere overheidsinstantie) erop toeziet dat bedrijven die via hun website kenbaar maken cv-ketels te plaatsen en te onderhouden, maar niet beschikken over een certificaat, worden gesanctioneerd. Ook wordt opgemerkt dat er in het voorgenomen stelsel geen minimumeisen worden gesteld aan het toezicht op de certificaathouders. Met betrekking tot de certificatieschema’s waarin onder meer is vastgelegd op welke wijze de CBI zal ingrijpen indien de eisen niet worden nageleefd, wordt opgemerkt dat duidelijk moet worden omschreven wanneer sprake is van een waarschuwing, schorsing of intrekking van het certificaat. Daarbij wordt voorgesteld bij een zeer ernstige fout of een zeer grote tekortkoming het certificaat direct te schorsen.

In de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel en in de nota naar aanleiding van het verslag van de Tweede Kamer is de rol van het bevoegd gezag in het stelsel beschreven. Hierover heeft afstemming plaatsgehad met de VNG. Hierin is aangegeven dat het stelsel al veel prikkels heeft om overtreding van de verbodsbepaling te ontmoedigen. Voor die situaties dat er aanleiding is voor gemeentelijk optreden heeft de gemeente haar handhavingsinstrumentarium beschikbaar. De gemeente kan bijvoorbeeld bij een aanvraag om een omgevingsvergunning voor het bouwen toetsen of de werkzaamheden worden uitgevoerd door een gecertificeerd bedrijf of kan handhavend optreden naar aanleiding van meldingen dat in een woning werkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties worden uitgevoerd door een niet-gecertificeerd bedrijf. De Autoriteit Consument en Markt (ACM) houdt toezicht op oneerlijke handelspraktijken. Daaronder valt ook het zonder toestemming gebruiken van een certificaat. De ACM kan daarvoor in voorkomende gevallen boetes opleggen. Verder is het aan CBI’s om erop toe te zien dat certificaathouders zich houden aan de werkwijze zoals voorgeschreven in de certificatieschema’s. Bij de aanwijzing van een certificatieschema in het kader van het stelsel zal er ook op worden getoetst of voldoende aannemelijk is gemaakt dat het toezicht op certificaathouders voldoende is ingevuld. Met betrekking tot de opmerking dat duidelijk moet worden omschreven wanneer sprake is van een waarschuwing, schorsing of intrekking van een certificaat door een CBI wordt opgemerkt dat dit primair aan de CBI’s is om nader in te vullen. Dit is immers een verplicht onderdeel van het certificatieschema (artikel 1.37, vierde lid, onder e). Hiermee kan ook maatwerk worden geleverd. Wel wordt in gevallen van surseance van betaling en faillissement in het wijzigingsbesluit (Stb. 2020, 348) voorgeschreven dat het certificaat geschorst of ingetrokken wordt. Dit zijn namelijk in algemene zin situaties waarin het beschikken over een geldig certificaat onwenselijk is.

Uw gekozen filters:

Type

Gebruiksfuncties