Bouwbesluit Online 2012


11.4.2 Brandveiligheid

Vastgoed Belang wijst op het moment dat de nieuwe eis gaat gelden (1 juli 2022) en geeft aan: hoe kunnen verhuurders met zittende huurders op dat moment voldoen aan deze wettelijke verplichting? Zij kunnen huurders toch niet dwingen de rookmelders op te hangen of op te laten hangen door de verhuurder? Aedes sluit zich in haar consultatiereactie aan bij deze vragen. De nieuwe wettelijke verplichting gaat op 1 juli 2022 gelden voor de normadressaat van hoofdstuk 3 van het Bbl, opgenomen in artikel 3.3 van het Bbl: de eigenaar van het bouwwerk of degene die uit anderen hoofde bevoegd is tot het treffen van voorzieningen aan dat bouwwerk. De eis richt zich in een verhuursituatie tot de verhuurder (eigenaar) en de huurder (die uit anderen hoofde bevoegd is tot het treffen van voorzieningen aan dat bouwwerk). In de overgangsperiode tot 1 juli 2022 kunnen verhuurders in overleg treden met hun huurders hoe zij aan deze gedeelde verantwoordelijkheid gaan voldoen. Als de verhuurder kan laten zien dat hij geprobeerd heeft aan de wettelijke verplichtingen te voldoen door initiatief te hebben genomen om de vereiste rookmelders te installeren, maar dit niet heeft kunnen doen omdat de huurder niet meewerkt, zal het bevoegd gezag bij eventuele handhaving in redelijkheid de verhuurder niet kunnen aanspreken, maar zich tot de huurder richten.

In lopende huurovereenkomsten zal op 1 juli 2022 niet in alle gevallen zijn voorzien in een afspraak over het controleren van rookmelders en het zo nodig vervangen van batterijen van rookmelders. Het ligt op grond van de gedeelde verantwoordelijkheid voor eigenaren en gebruikers in de bestaande bouw en de zorgplicht in artikel 2.6 van het Bbl in de rede dat in die gevallen de huurder, als gebruiker van de woning, de rookmelders periodiek controleert en de batterijen vervangt. Voor huurovereenkomsten die worden afgesloten na 1 juli 2022 geldt dat afspraken kunnen worden gemaakt over de onderhoudsverplichtingen. Daarom wordt geen gevolg gegeven aan de suggestie om het vervangen van batterijen en defecte rookmelders op te nemen in het Besluit kleine herstellingen. Deze verplichtingen in de bouwregelgeving zijn gericht aan de normadressaat in artikel 3.3, en zijn in een verhuursituatie een gedeelde verantwoordelijkheid van de verhuurder en de huurder.

In de periode na een huuropzegging en voordat een nieuwe huurder de woning betrekt, dient de verhuurder als eigenaar ervoor te zorgen dat de vereiste rookmelders aanwezig zijn, en gecontroleerd op werkende batterijen.

Diverse partijen en de VNG hebben vragen gesteld over de handhaving van de verplichting voor rookmelders in de bestaande bouw. Paragraaf 9 van dit deel van dit deel van deze toelichting is naar aanleiding hiervan aangevuld.

Een aantal partijen heeft gevraagd om ten aanzien van vrijloop deurdrangers striktere regelgeving op te nemen over de wijze van aansturing van de drangers en borging dat deze blijven werken. Deze suggestie is niet overgenomen om de markt de ruimte te geven zelf met oplossingen te komen die voldoen aan de prestatie-eisen en aan de zorgplicht.

Een partij heeft vragen gesteld over het gebruik van liften bij brand en de rol van het voorportaal. De eis voor het voorportaal is daarop aangepast alsmede de artikelsgewijze toelichting

Uw gekozen filters:

Type

Gebruiksfuncties